Vertaling van "investeringen die jonge boeren binnen vijf " (Nederlands → Duits) :

In het algemeen hebben de investeringen in landbouwgrond en de steun voor de vestiging van jonge boeren zich goed ontwikkeld, doch de steunregelingen voor verwerking en afzet hebben een betrekkelijk beperkt aantal aanvragen ontvangen.
Allgemein kamen die Maßnahmen "Investitionen in landwirtschaftlichen Betrieben" und "Förderung der Niederlassung von Junglandwirten" gut voran, während für die Förderregelungen zugunsten der Verarbeitung und Vermarktung nur relativ wenig Anträge eingingen.

Over de periode 1994-1999 zijn doelstelling 5a, doelstelling 5b en LEADER II achteraf geëvalueerd. De lidstaten en de regio's hebben een groot aantal evaluaties ingediend voor structuurfondsmaatregelen in de periode 1994-1999 met betrekking tot steun aan jonge boeren, achtergebleven gebieden, investeringen in boerenbedrijven, verwerking en afzet van landbouwproducten.
Ex-post-Bewertung der Maßnahmen im Rahmen der Ziele 5a und 5b und der Gemeinschaftsinitiative LEADER II für den Zeitraum 1994-1999: Die Mitgliedstaaten und Regionen haben zahlreiche Bewertungsberichte über die verschiedenen Maßnahmen (Niederlassung von Junglandwirten, benachteiligte Gebiete, Investitionen in landwirtschaftlichen Gebieten, Verarbeitung und Vermarktung von landwirtschaftlichen Erzeugnissen, Ziel-5b-Programme und Gemeinschaftsinitiative LEADER II) eingereicht, die im Zeitraum 1994-1999 aus Strukturfondsmitteln gefördert wurden.

60 % van de in aanmerking komende investeringen in probleemgebieden of in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van die verordening, en 50 % in andere gebieden indien de investeringen worden gedaan door jonge landbouwers binnen vijf jaar na vestiging.
60 % der zuschussfähigen Investitionen in benachteiligten Gebieten oder in den in Artikel 36 Buchstabe a Ziffern i, ii und iii der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 genannten und von den Mitgliedstaaten gemäß den Artikeln 50 und 94 derselben Verordnung ausgewiesenen Gebieten und 50 % in anderen Gebieten, sofern es sich um Investitionen handelt, die von Junglandwirten innerhalb von fünf Jahren nach ihrer Niederlassung getätigt werden.

Steunintensiteit of steunbedrag: 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere dan probleemgebieden (45 % voor investeringen die jonge boeren binnen vijf jaar na hun vestiging doen) en 50 % in de probleemgebieden (55 % voor investeringen die jonge boeren binnen vijf jaar na hun vestiging doen)
Beihilfeintensität oder -höhe: 40 % der beihilfefähigen Ausgaben in den nicht benachteiligten Gebieten (45 % für Investitionen durch lange Landwirte in den ersten fünf Jahren nach ihrer Niederlassung) und 50 % in den benachteiligten Gebiete (55 % für Investitionen durch junge Landwirte in den ersten fünf Jahren nach ihrer Niederlassung)

tot 60 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden en tot 50 % in andere gebieden wanneer het investeringen van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging betreft.
bis zu 60 % der zuschussfähigen Kosten in benachteiligten Gebieten und bis zu 50 % der zuschussfähigen Kosten in den anderen Gebieten, wenn die Investitionen von Junglandwirten innerhalb von fünf Jahren nach ihrer Niederlassung getätigt werden.

Voor investeringen door jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging, tot 45 % (55 % in de probleemgebieden)
Für Investitionen von Junglandwirten innerhalb von fünf Jahren nach ihrer Niederlassung: bis zu 45 % (in den benachteiligten Gebieten bis zu 55 %)

"Indien het gaat om investeringen door jonge boeren, in de zin van Hoofdstuk II, mogen deze percentages gedurende een periode van maximaal vijf jaar vanaf de vestiging maximaal 50 % en in de probleemgebieden maximaal 60 % bedragen.
"Werden Investitionen von Junglandwirten im Sinne des Kapitels II getätigt, so können diese Prozentsätze über einen Zeitraum von höchstens fünf Jahren ab der Niederlassung bis maximal 50 % und in den benachteiligten Gebieten bis maximal 60 % betragen.

2. Artikel 5, tweede alinea, geldt eveneens voor investeringen door jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging.
(2) Artikel 5 Absatz 2 der vorliegenden Verordnung gilt auch für von Junglandwirten getätigte Investitionen während eines Zeitraums von fünf Jahren nach der Niederlassung.

De verslagen over 2002 bevatten de eerste gerealiseerde activiteiten en uitgaven met betrekking tot de door het EOGFL-Oriëntatie gecofinancierde maatregelen. Het betreft hier met name: plattelandsinfrastructuur, bosbouw, vestigingspremies voor jonge boeren en investeringen in landbouwbedrijven.
In den Berichten für das Jahr 2002 werden erste Resultate und Ausgaben im Zusammenhang mit den aus dem EAGFL-Ausrichtung kofinanzierten Maßnahmen genannt (insbesondere Infrastrukturen im ländlichen Raum, Forstwirtschaft, Niederlassungsbeihilfen für Junglandwirte und Investitionen in landwirtschaftlichen Betrieben).

Ongeveer 27% van de kredieten is bestemd voor plattelandsontwikkeling (diversificatie, kwaliteitsproducten, herstel van de dorpen, kleine voorzieningen op het platteland), 23% voor de verwerking en afzet van landbouwproducten, 18% voor de modernisering van de landbouw (investeringen op de boerderij, vestiging van jonge boeren), 13% voor bosbouwmaatregelen, 13% voor de bescherming van het natuurlijk erfgoed en 6% voor opleidingen (maatregelen voor agrarische opleidingen, maatregelen voor omscholing - vooral voor dienstverlenende beroepen ten behoeve van de landbouw, natuurbeschermingswerk, en de ontwikkeling van opleidingsnetwerken op het platteland).
Rund 27% der Mittel entfallen auf die Entwicklung des ländlichen Raums (Diversifizierung, Qualitätsprodukte, Dorferneuerung, kleine ländliche Infrastrukturen), 23% auf die Verarbeitung und Vermarktung landwirtschaftlicher Erzeugnisse, 18% auf die Modernisierung der Landwirtschaft (Investitionen in den Betrieben, Niederlassung von Junglandwirten), 13% auf forstwirtschaftliche Maßnahmen, 13% auf den Schutz des Naturerbes und 6% auf die Berufsbildung (landwirtschaftliche Fachbildung, Fachbildung zwecks Umschulung auf landwirtschaftsnahe Dienstleistungen, Tätigkeiten in den Bereichen Umweltschutz und Aufbau ländlicher Qualifikationsnetze).