7 . De diren die bij de in lid 1 bedoelde invoercontrole geschikt zijn bevonden , worden in het land van bestemming onderworpen aan de noodzakelijke aanvullende controles om na te gaan of er is voldaan aan de voorschriften van deze richtlijn , met inbegrip van de bijzondere voorwaarden , die op grond van artikel 3 volgens de procedure van artikel 29 zijn vastgesteld .
(7) Tiere, die bei der Einfuhrkontrolle nach Absatz 1 den Vorschriften entsprochen haben, sind im Bestimmungsland den zusätzlichen Kontrollen zu unterwerfen, die notwendig sind, um festzustellen, ob diese Richtlinie, einschließlich der in Anwendung des Artikels 3 nach dem Verfahren des Artikels 29 festgelegten besonderen Bedingungen und Auflagen eingehalten worden sind.