4. is er integendeel van overtuigd dat de onaanvaardbaar hoge werkloosheid en grote armoede in de lidstaten het directe gevolg zijn van de overhaaste invoering van de ene Europese munt, het op het primaat van de vrije handel gebaseerde ultraliberale beleid, het beleid van massale immigratie en de buitensporige belastingdruk in Europa;
4. ist im Gegenteil davon überzeugt, daß das unannehmbare Ausmaß der Arbeitslosigkeit und der Armut in den einzelnen Mitgliedstaaten eine direkte Konsequenz der erzwungenen Einführung der einheitlichen Währung, der ultraliberalen und freihandelsorientierten Politiken, der massiven Einwanderungspolitik und der übermäßig hohen Besteuerung auf europäischer Ebene darstellt;