1. is van mening dat prioriteit moet worden gegeven aan het wegnemen van de administratieve en regulatorische belemmeringen voor grensoverschrijdende e-handel v
óór 2013 middels de invoering van uniforme regelgeving voor consumenten en ondernemingen in alle 27 EU-lidstaten waardoor een gunstig digitaal klimaat wordt gecreëerd, zowel ondernemingen als consumenten rechtszekerheid krijgen, procedures worden vereenvoudigd, de kosten van naleving van de voorschriften worden teruggedrongen, oneerlijke concurrentie wordt beperkt en het potentieel van de EU-markt voor e-handel wordt ontsloten; benadrukt in dit verband dat uniforme interpretatie
...[+++]en toepassing van wetgevingsinstrumenten zoals een consumentenrechtenrichtlijn, de richtlijn inzake elektronische handel (2000/31/EG), artikel 20, lid 2, van de dienstenrichtlijn (2006/123/EG) en de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG) van groot belang kunnen zijn; verzoekt de Commissie derhalve verder te gaan met haar lopende evaluatie van het communautaire acquis dat betrekking heeft op de digitale gemeenschappelijke markt en met voorstellen te komen voor gerichte wetgevingsmaatregelen inzake belangrijke belemmeringen; 1. vertritt die Auffassung, dass der Beseitigung administrativer und rechtlicher Hindernisse für den grenzüberschreitenden elektronischen Handel bis 2013 durch die Einführung eines einheitlichen Regelwerks für die Verbraucher und Unternehmen in allen 27 Mitgliedstaaten der EU Vorrang eingeräumt werden sollte, welches ein günstiges digitales Umfeld schafft, sowohl den Unternehmen als auch den Verbrauchern Rechtsicherheit bietet, vereinfachte Verfahren mit sich bringt, die Kosten für die Einhaltung der Vorschriften senkt, unlauteren Wettbewerb mindert und das Potenzial des EU-Markts für elektronischen Handel zur Entfaltung bringt; weist mit Nachdruck darauf hin, dass hierbei die einheitliche Auslegung und Anwendung gesetzlicher Instrumente w
...[+++]ie einer Richtlinie über Verbraucherrechte, der Richtlinie 2000/31/EG über den elektronischen Geschäftsverkehr, von Artikel 20 Absatz 2 der Dienstleistungsrichtlinie (Richtlinie 2006/123/EG) und der Richtlinie über unlautere Geschäftspraktiken (2005/29/EG) von großer Bedeutung sein kann; fordert die Kommission daher auf, ihre derzeitige Evaluierung des gemeinschaftlichen Besitzstandes bezüglich seiner Auswirkung auf den digitalen Binnenmark voranzutreiben und einen gezielten Legislativvorschlag zu den wichtigsten Hindernissen vorzulegen; 
