In een tweede middel voeren de verzoekende partijen de schending aan, door de aangevochten bepaling, van artikel 23, tweede en derde lid van de Grondwet, van de artikelen 11 en 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, van de artikelen 27, 28 en 29 van het Verdrag inzake de rechten van het kind en van de artikelen 16 en 17 van het herziene Sociale Handvest, waarbij die verdragsbepalingen in voorkomend geval worden gelezen in samenhang met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
In einem zweiten Klagegrund führen die klagenden Parteien einen Verstoss der angefochtenen Bestimmung gegen Artikel 23 Absätze 2 und 3 der Verfassung, gegen die Artikel 11 und 13 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, gegen die Artikel 27, 28 und 29 des bereinkommens über die Rechte des Kindes und gegen die Artikel 16 und 17 der revidierten Sozialcharta an, wobei diese Vertragsbestimmungen im vorliegenden Fall in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung betrachtet werden.