7. wijst erop dat de lidstaten die beperkingen handhaven zonder duidelijke en inzichtelijke sociaal-economische gronden aan te voeren, ontleend aan ernstige verstoring van de arbeidsmarkt, conform de desbetreffende rechtspraak van het Hof van Justitie, de Verdragen schenden; verzoekt de Commissie als hoedster van de Verdragen erop toe te zien dat het beginsel van verkeersvrijheid wordt nageleefd;
7. vertritt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten, die Beschränkungen ohne eine klare und transparente sozioökonomische Begründung im Zusammenhang mit schwerwiegenden Störungen ihres Arbeitsmarktes – im Einklang mit der Rechtsprechung des Gerichtshofs – aufrechterhalten, gegen die Verträge verstoßen; fordert die Kommission als Hüterin der Verträge auf, für die Einhaltung des Prinzips der Freizügigkeit zu sorgen;