3. wijst de Iraanse instanties erop dat de vonnissen tot steniging in schrille tegenspraak zijn met de door president Khatami gewekte hoop op opening in de richting van democratie en verbetering van de mensenrechten en verzoekt de Raad en de lidstaten terug te komen op hun besluit om bij de volgende zitting van de Algemene Vergadering van de VN geen resolutie in te dienen en verzoekt de EU aan de komende zitting van de Commissie voor mensenrechten een krachtige en fundamentele ontwerpresolutie voor te leggen;
3. weist die Staatsorgane Irans darauf hin, dass der Vollzug von Todesstrafen durch Steinigung in scharfem Gegensatz zu den von Präsident Khatami geweckten Hoffnungen für eine Öffnung hin zur Demokratie und die Verbesserung der Menschenrechtslage steht; fordert den Rat und die Mitgliedstaaten auf, ihren Beschluss, zur nächsten Sitzung der UN-Generalversammlung keine Resolution einzureichen, zu revidieren, und verlangt, dass die Europäische Union einen nachdrücklich und konkret formulierten Entwurf für die nächste Sitzung der UN-Menschenrechtskommission vorlegt;