29. ziet de gevangenneming van de voormalige leider van Irak, Saddam Hoessein, als een keerpunt in het proces van totstandbrenging van vrede, stabiliteit en democratie in Irak; geeft nogmaals uiting aan zijn standpunt dat een dergelijk proces onder auspiciën van de Verenigde Naties, overeenkomstig resolutie 1511 van de Veiligheidsraad en met een zo spoedig mogelijke overdracht van de soevereiniteit aan het Iraakse volk, vruchten kan afwerpen;
29. ist der Ansicht, dass die Gefangennahme des ehemaligen irakischen Staatschefs Saddam Hussein ein Wendepunkt im Prozess der Befriedung, Stabilisierung und Demokratisierung des Irak ist; bekräftigt seine Auffassung, dass ein solcher Prozess unter Schirmherrschaft der Vereinten Nationen im Einklang mit der Resolution 1511 des Sicherheitsrates und mit der dringenden Übergabe der Souveränität an das irakische Volk verwirklicht werden könnte;