Aangezien de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek tot doel hebben het belang te bepalen dat de partijen dienen aan te tonen om te worden toegelaten om voor de verwijzende rechter in rechte op te treden, kan de prejudiciële vraag waarvan zij het voorwerp zijn niet als irrelevant worden beschouwd.
Da die Artikel 17 und 18 des Gerichtsgesetzbuches bezwecken, das Interesse zu bestimmen, das die Parteien nachweisen müssen, damit sie vor dem vorlegenden Richter eine Klage erheben können, kann nicht davon ausgegangen werden, dass die sie betreffende Vorabentscheidungsfrage irrelevant wäre.