De lidstaten moeten het aantal jongeren in de leeftijd van 18 tot 24 jaar die alleen de eerste fase van het voortgezet onderwijs gevolgd hebben of zelfs daaronder zijn gebleven en die geen onderwijs of scholing meer volgen (vóór 2010 in vergelijking met het jaar 2000) met de helft verminderen [20].
Die Mitgliedstaaten sollten die Zahl der 18-24-Jährigen, die mit einem Schulabschluss der Sekundarstufe I oder darunter die Schule verlassen und keine weitere Ausbildung absolvieren, halbieren (bis 2010, verglichen mit dem Stand des Jahres 2000) [20].