Vertaling van "jaar deeltijds onderwijs " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Europees jaar voor levenslang leren | Europees Jaar voor onderwijs en opleiding tijdens de gehele loop van het leven | Europees jaar voor onderwijs en scholing tijdens het gehele leven | Europees Jaar voor permanente educatie
Europäisches Jahr des lebensbegleitenden Lernens | Europäisches Jahr für lebenlanges Lernen

Tweede jaar beroepssecundair onderwijs (élément)
Zweites Anpassungsjahr (élément)

Europees Jaar voor onderwijs en opleiding tijdens de gehele loop van het leven
Europäisches Jahr des lebensbegleitenden Lernens | EJLL [Abbr.]

Deeltijds Beroeps-Secundair Onderwijs | DBSO [Abbr.]
teilzeitliches berufsbildendes Sekundarschulwesen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Tenzij in de nationale wetgeving een minimumleeftijd is opgelegd met betrekking tot het verplicht voltijds of deeltijds onderwijs, moet 15 jaar worden aangehouden als de gebruikelijke leeftijd waarop de leer-/schoolplicht ten einde loopt.
Sofern in den nationalen Rechtsvorschriften kein Mindestalter für Vollzeit- und Teilzeitschulpflicht festgelegt ist, wird das übliche Ende des schulpflichtigen Alters mit 15 Jahren angesetzt.

5° jongere : persoon die minstens twaalf jaar oud is, leerplichtig is of, indien hij niet meer leerplichtig is, ingeschreven is in het voltijds of deeltijds onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs of een leertijd verricht;
5. Jugendlicher: Person, die mindestens zwölf Jahre alt ist, der Schulpflicht unterliegt oder, falls sie nicht mehr schulpflichtig ist, in einer Schule im Vollzeit- oder Teilzeitunterricht mit Ausnahme des Hochschulwesens eingeschrieben ist oder eine Lehre absolviert;

Als de leerplichtige uiterlijk binnen het schooljaar waarin hij de leeftijd van vijftien jaar bereikt, via de examencommissie geen enkel getuigschrift of diploma van het secundair onderwijs behaalt, dienen de ouders de leerplichtige in te schrijven hetzij in een school, centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs of centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, die erkend, gefinancierd of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap of Duitstalige Gemeenschap, hetzij in één van volgende scholen :
Wenn der Lernpflichtige spätestens innerhalb des Schuljahres, in dem er das Alter von 15 Jahren erreicht, über den Prüfungsausschuss kein einziges Abschlusszeugnis oder Diplom des Sekundarunterrichts erhält, müssen die Eltern den Lernpflichtigen entweder in eine Schule, ein Zentrum für teilzeitigen beruflichen Sekundarunterricht oder ein Ausbildungszentrum für Selbständige und kleine und mittlere Betriebe, die durch die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft oder die Deutschsprachige Gemeinschaft anerkannt, finanziert oder subventioniert werden, oder aber in eine der folgenden Schulen einschreiben:

6. wijst erop dat uit de vijfde Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden van april 2012 is gebleken dat 18% van de werknemers melding maakt van een slecht evenwicht tussen werk en privéleven, dat 19% van de vrouwen en 7% van de mannen in de EU als geheel werken in "korte" deeltijd (minder dan 20 uur per week) en dat slechts 3% van de mannen tussen de 35 en 49 jaar werkt in "korte" deeltijd, tegenover 18% van de vrouwen in die leeftijdscategorie; wijst tevens op het feit dat het meeste deeltijdwerk in specifieke sectoren gevonden kan worden, met meer dan 38% deeltijdwerkers, zowel "kort" als "substantieel" (d.w.z. tussen de 20 en 34 uur per week) werkzaam in het onderwijs, de medische en sociale dienstverlening, overige vormen van dienstverlening of het winkelwezen en de groothandel; verzoekt daarom de lidstaten het nodige beleid te ontwikkelen waarmee ervoor kan worden gezorgd dat werk en privé beter op elkaar kunnen worden afgestemd, ook door mensen die in deeltijd werken, om beide ouders aan te moedigen actief deel te nemen aan maatregelen waarmee deze afstemming makkelijker wordt en zo bij te dragen aan het dichten van de huidige genderkloof;
6. weist darauf hin, dass gemäß der Fünften Europäischen Erhebung über die Arbeitsbedingungen vom April 2012 18 % der Arbeitnehmer angaben, ihre Berufstätigkeit und ihr Privatleben schlecht vereinbaren zu können und dass EU-weit 19 % der Frauen und 7 % der Männer nur geringe Teilzeit (weniger als 20 Stunden pro Woche) arbeiten, wobei nur 3 % der Männer zwischen 35 und 49 geringe Teilzeit arbeiten im Vergleich zu 18 % der Frauen in dieser Altersgruppe; bemerkt auch, dass Teilzeitbeschäftigung meistens in bestimmten Sektoren zu finden ist, wobei mehr als 38 % der Teilzeitbeschäftigten sowohl geringe als auch längere Teilzeit (d. h. zwischen 20 und 34 Stunden pro Woche) im Bildungswesen, Gesundheits- oder Sozialwesen, anderen Dienstleistungen oder im Einzelhandel und Großhandel arbeiten; fordert deshalb die Mitgliedstaaten auf, angemessene politische Maßnahmen zu verabschieden, die es ermöglichen würden, Beruf und Privatleben miteinander zu vereinbaren, einschließlich zu Teilzeitbeschäftigung, sodass beide Elternteile ermutigt werden, aktiv an Maßnahmen zur Vereinbarung teilzunehmen und so das vorhandene Geschlechterungleichgewicht in dieser Hinsicht zu korrigieren;

(ii) in het geval van de tandprotheticus: ten minste 15 jaar voltijds en 3 jaar deeltijds onderwijs, waarvan acht jaar basisonderwijs, vier jaar algemeen vormend secundair onderwijs en drie jaar beroepsgerichte opleiding, waaronder een theoretische en praktische opleiding tot tandtechnicus, aangevuld met 3 jaar deeltijdse opleiding tot tandprotheticus, die wordt afgesloten met een examen.
ii) im Fall des Zahnprothetikers ("tandprotheticus") eine Schul- und Ausbildungszeit von mindestens 15 Jahren Vollzeitausbildung und drei Jahren Teilzeitausbildung, einschließlich einer achtjährigen Primarschulausbildung, einer vierjährigen allgemeinen Sekundarschulausbildung, einer dreijährigen Berufsausbildung mit theoretischer und praktische Ausbildung als Zahntechniker, die durch eine dreijährige Teilzeitausbildung als Zahnprothetiker ergänzt wird und mit einer Prüfung abschließt;

in het geval van de tandprotheticus: ten minste 15 jaar voltijds en drie jaar deeltijds onderwijs, waarvan acht jaar basisonderwijs, vier jaar algemeen vormend voortgezet onderwijs en drie jaar beroepsgerichte opleiding, waaronder een theoretische en praktische opleiding tot tandtechnicus, aangevuld met drie jaar deeltijdse opleiding tot tandprotheticus, die wordt afgesloten met een examen; Oostenrijk
im Fall des Zahnprothetikers ("tandprotheticus") eine Schul- und Ausbildungszeit von mindestens 15 Jahren Vollzeitausbildung und 3 Jahren Teilzeitausbildung, einschließlich einer 8-jährigen Primärschulausbildung, einer 4-jährigen allgemeinen Sekundärschulausbildung, einer 3-jährigen Berufsausbildung mit theoretischer und praktische Ausbildung als Zahntechniker, die durch eine 3-jährige Teilzeitausbildung als Zahnprothetiker ergänzt wird und mit einer Prüfung abschließt; in Österreich:

educatief medewerker in educatieve en sociale centra ("vychovávatel" v špeciálnych výchovných zariadeniach a v zariadeniach sociálnych služieb"), overeenkomende met een studiecyclus met een totale duur van ten minste 14 jaar, waarvan gedurende 8 à 9 jaar basisonderwijs en gedurende 4 jaar een opleiding in een secundaire school voor pedagogie of een andere secundaire school en 2 jaar aanvullend deeltijds pedagogisch onderwijs wordt gevolgd.
2. Erforderlich ist eine Schul- und Ausbildungszeit von insgesamt 14 Jahren, einschließlich einer acht-/neunjährigen allgemeinen Schulbildung, einer vierjährigen Ausbildung an einer Pädagogikschule oder an einer anderen weiterbildenden Schule und einer zweijährigen pädagogischen Teilzeitausbildung.

- in het geval van tandprotheticus, ten minste vijftien jaar voltijds en drie jaar deeltijds onderwijs, waarvan acht jaar basisonderwijs, vier jaar algemeen vormend secundair onderwijs en drie jaar beroepsgerichte opleiding, waaronder een theoretische en praktische opleiding tandtechnicus, aangevuld met drie jaar deeltijdse opleiding tandprotheticus, die wordt afgesloten met een examen».
- im Fall des Zahnprotetikers(" tandprotheticus" ) einen Studiengang und eine berufliche Ausbildung mit einer Gesamtdauer von mindestens 15 Jahren Vollzeitausbildung und drei Jahren Teilzeitausbildung, davon eine achtjährige Grundschulzeit, eine vierjährige allgemeine Sekundarschulzeit, eine abgeschlossene dreijährige Berufsausbildung, die eine theoretische und praktische Ausbildung zum Zahntechniker umfasst, ergänzt durch eine dreijährige Teilzeitausbildung als Zahnprothetiker, die mit einer Prufung abschliesst ».

ii) in het geval van de tandprotheticus, ten minste vijftien jaar voltijds en drie jaar deeltijds onderwijs, waarvan acht jaar basisonderwijs, vier jaar algemeen vomend onderwijs en drie jaar beroepsgerichte opleiding, waaronder een theoretische en praktische opleiding tandtechnicus, aangevuld met drie jaar deeltijdse opleiding tandprotheticus, die wordt afgesloten met een examen;
ii) im Falle des Zahnprothetikers (" tandprotheticus" ) einen Studiengang und eine berufliche Ausbildung mit einer Gesamtdauer von mindestens 15 Jahren Vollzeitausbildung und drei Jahren Teilzeitausbildung, davon eine achtjährige Grundschulzeit, eine vierjährige allgemeine Sekundarschulzeit, eine abgeschlossene dreijährige Berufsausbildung, die eine theoretische und praktische Ausbildung zum Zahntechniker umfasst, ergänzt durch eine dreijährige Teilzeitausbildung als Zahnprothetiker die mit einer Prüfung abschliesst.