In zijn officiële aanbeveling van 8 september 2003 heeft het College van federale ombudsmannen, ervan uitgaande dat er een onevenwicht bestaat tussen het principe van rechtszekerheid en de principes van behoorlijk bestuur en uit de vergelijking van de beperkte duur van de bezwaartermijn met de duur van de termijnen (drie jaar, zelfs vijf jaar in geval van fraude) waarover de administratie beschikt voor de vestiging van de belasting, ook gevraagd dat de bezwaartermijn zou worden verlengd.
In seiner amtlichen Empfehlung vom 8. September 2003 hat das Kollegium der föderalen Ombudsmänner, ausgehend davon, dass ein Ungleichgewicht zwischen dem Grundsatz der Rechtssicherheit und den Grundsätzen der guten Verwaltung besteht, und nach einem Vergleich zwischen der Kürze der Beschwerdefrist und der Dauer der Fristen (drei Jahre, sogar fünf Jahre im Fall von Betrug), die der Verwaltung zur Festlegung der Steuer zur Verfügung stehen, ebenfalls verlangt, die Beschwerdefrist zu verlängern.