3. Voor de databank worden jaarlijks de in bijlage XVII vastgestelde aantallen monsters genomen. Het bemonsteringspatroon moet rekening houden met de geografische ligging van de wijngaardgebieden in de in bijlage XVII genoemde lidstaten. Elk jaar wordt ten minste 25 % van de monsters genomen op reeds in de voorgaande jaren bemonsterde percelen.
(3) Die Zahl der jährlich zu entnehmenden Proben für die Datenbank ist in Anhang XVII festgelegt. Bei der Aufteilung der Proben wird der geografischen Lage der Weinbaugebiete in den Mitgliedstaaten gemäß Anhang XVII Rechnung getragen. Jedes Jahr werden mindestens 25 % der Proben aus denselben Parzellen entnommen, aus denen bereits in den Vorjahren Proben entnommen wurden.