Traduction de «jean-pierre sterck-degueldre tegen » (Néerlandais → Allemand) :

Bij arrest van 25 juni 2009 in zake Jean-Pierre Sterck-Degueldre tegen de Duitstalige Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2009, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil vom 25. Juni 2009 in Sachen Jean-Pierre Sterck-Degueldre gegen die Deutschsprachige Gemeinschaft, dessen Ausfertigung am 3. Juli 2009 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende präjudizielle Frage gestellt :

Bij arrest van 25 juni 2009 in zake Jean-Pierre Sterck-Degueldre tegen de Duitstalige Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2009, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil vom 25hhhhqJuni 2009 in Sachen Jean-Pierre Sterck-Degueldre gegen die Deutschsprachige Gemeinschaft, dessen Ausfertigung am 3hhhhqJuli 2009 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende präjudizielle Frage gestellt:

D. overwegende dat het toenemende politieke geweld en de onveiligheid in Bujumbura hebben geleid tot gerichte moorden op leden van oppositie- en regeringspartijen; overwegende dat de situatie is verergerd doordat geprofileerde personen uit beide kampen het slachtoffer zijn geworden van moordaanslagen: generaal Adolphe Nshimirimana, een naaste medewerker van president Nkurunziza, is op 2 augustus 2015 bij een raketaanval gedood; Pierre Claver Mbonimpa, een mensenrechtenverdediger, is een dag later neergeschoten en ernstig gewond geraakt; kolonel Jean Bikomagu, voormalig stafchef van de strijdkrachten, is op 15 augustus 2015 doodgeschoten; Patrice Gahungu, woordvoerder van de oppositionele Unie voor Vrede en Ontwikkeling (UPD), is op 7 september 2015 gedood; generaal Prime Niyongabo, die aan het hoofd staat van de Burundese strijdkrachten, heeft op 11 september 2015 een moordaanslag overleefd; en het lichaam van Charlotte Umugwaneza, een oppositieleider en activiste in de strijd tegen corruptie, is op 18 oktober 2015, één dag nadat zij als vermist was gemeld, in de rivier de Gikoma aangetroffen;
D. in der Erwägung, dass die zunehmende politische Gewalt und Unsicherheit in Bujumbura zu gezielten Morden an Mitgliedern der Opposition sowie an Mitgliedern der Regierungspartei geführt hat; in der Erwägung, dass sich die Lage mit den Mordanschlägen auf hochrangige Persönlichkeiten beider Seiten verschlechtert hat: General Adolphe Nshimirimana, ein enger Freund von Präsident Nkurunziza, wurde am 2. August 2015 bei einem Raketenangriff getötet; der Menschenrechtsverteidiger Pierre Claver Mbonimpa wurde einen Tag darauf angeschossen und schwer verletzt; Oberst Jean Bikomagu, ehemaliger Armeechef, wurde am 15. August 2015 erschossen; Patrice Gahungu, Sprecher der Oppositionspartei Union für Frieden und Entwicklung (UPD), wurde am 7. September 2015 getötet; General Prime Niyongabo, Chef der burundischen Armee, überlebte am 11. September 2015 einen Mordanschlag; die Leiche von Charlotte Umugwaneza, einer Oppositionsführerin und Aktivistin im Bereich der Korruptionsbekämpfung, wurde am 18. Oktober 2015, einen Tag, nachdem sie als vermisst gemeldet worden war, in dem Fluss Gikoma gefunden;

54. is verheugd over het feit dat het door de derde onderzoekskamer van het ICC tegen Jean Pierre Bemba uitgevaardigde aanhoudingsbevel op 3 juli 2008 door België ten uitvoer is gelegd; stelt evenwel met grote bezorgdheid vast dat acht aanhoudingsbevelen die door het ICC onder meer tegen vier vooraanstaande leiders van het Verzetsleger van de Heer (LRA) in Oeganda, tegen Bosco Ntaganda in de Democratische Republiek Congo en tegen Ahmad Harun, Ali Kushayb en de Soedanese president Omar Hassan Ahmad al-Bashir in Soedan zijn uitgevaardigd, nog niet ten uitvoer zijn gelegd; betreurt dat Soedan tot dusver heeft nagelaten en geweigerd de verdachten te arresteren en over te dragen aan het ICC, in vortdurend verzuim van zijn verplichtingen ingevolge resolutie 1593 (2005) van de VN-Veiligheidsraad; constateert dat de eerste onderzoekskamer van het ICC de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 26 mei 2010 op de hoogte heeft gebracht van het gebrek aan medewerking door de Republiek Soedan in de zaak tegen Harun en Kushayb; uit zijn ernstige bezorgdheid over het feit dat twee staten die partij zijn bij het Statuut van Rome, namelijk Tsjaad en Kenia, president Omar al-Bashir onlangs hebben uitgenodigd en op hun grondgebied hebben verwelkomd en het tegen hem uitgevaardigde aanhoudingsbevel niet ten uitvoer hebben gelegd, ondanks het feit dat zij krachtens het Statuut verplicht waren hem aan te houden; vraagt te blijven zoeken naar voortvluchtige aangeklaagden, en wijst erop dat de EU en het ICC ertoe zouden kunnen bijdragen dat onderzoeken worden ingesteld naar mogelijke oorlogsmisdaden in Sri Lanka en de Democratische Republiek Congo;
54. begrüßt es, dass Belgien am 3. Juli 2008 den von der Vorverfahrenskammer III des IStGH erlassenen Haftbefehl gegen Jean-Pierre Bemba vollstreckt hat; stellt jedoch mit großer Besorgnis fest, dass acht vom IStGH erlassene Haftbefehle, die sich unter anderem gegen vier hochrangige Führer der Lord's Resistance Army (LRA) in Uganda, Bosco Ntaganda in der DRC, Ahmad Harun, Ali Kushayb und den sudanesischen Präsidenten Omar Hassan Ahmad Al-Bashir richten, noch nicht vollstreckt wurden; bedauert, dass Sudan sich unter Missachtung seiner Verpflichtungen aus der Resolution 1593 (2005) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen anhaltend weigert und es unterlässt, die mutmaßlichen Täter an den IStGH zu überstellen; stellt fest, dass die Vorverfahrenskammer I des IStGH den Sicherheitsrat der Vereinten Nationen am 26. Mai 2010 über die fehlende Bereitschaft der Republik Sudan zur Zusammenarbeit im Fall von Harun und Kushayb informierte; stellt mit großer Besorgnis fest, dass die beiden IStGH-Vertragsstaaten Tschad und Kenia vor kurzem den Präsidenten Omar Al-Bashir einluden und auf ihrem Hoheitsgebiet empfingen, obwohl sie ihn gemäß dem Römischen Statut hätten verhaften müssen, und dass sie den betreffenden Haftbefehl nicht vollstreckten; fordert die Fortsetzung der Suche nach flüchtigen Angeklagten und weist nachdrücklich auf den potenziellen Beitrag der EU und des IStGH zur Gewährleistung der Untersuchung möglicher Kriegsverbrechen in Sri Lanka und der Demokratischen Republik Kongo hin;

54. is verheugd over het feit dat het door de derde onderzoekskamer van het ICC tegen Jean Pierre Bemba uitgevaardigde aanhoudingsbevel op 3 juli 2008 door België ten uitvoer is gelegd; stelt evenwel met grote bezorgdheid vast dat acht aanhoudingsbevelen die door het ICC onder meer tegen vier vooraanstaande leiders van het Verzetsleger van de Heer (LRA) in Oeganda, tegen Bosco Ntaganda in de Democratische Republiek Congo en tegen Ahmad Harun, Ali Kushayb en de Soedanese president Omar Hassan Ahmad al-Bashir in Soedan zijn uitgevaardigd, nog niet ten uitvoer zijn gelegd; betreurt dat Soedan tot dusver heeft nagelaten en geweigerd de verdachten te arresteren en over te dragen aan het ICC, in vortdurend verzuim van zijn verplichtingen ingevolge resolutie 1593 (2005) van de VN-Veiligheidsraad; constateert dat de eerste onderzoekskamer van het ICC de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 2 mei 2010 op de hoogte heeft gebracht van het gebrek aan medewerking door de Republiek Soedan in de zaak tegen Harun en Kushayb; uit zijn ernstige bezorgdheid over het feit dat twee staten die partij zijn bij het Statuut van Rome, namelijk Tsjaad en Kenia, president Omar al-Bashir onlangs hebben uitgenodigd en op hun grondgebied hebben verwelkomd en het tegen hem uitgevaardigde aanhoudingsbevel niet ten uitvoer hebben gelegd, ondanks het feit dat zij krachtens het Statuut verplicht waren hem aan te houden; vraagt te blijven zoeken naar voortvluchtige aangeklaagden in Kroatië , en wijst erop dat de EU en het ICC ertoe zouden kunnen bijdragen dat onderzoeken worden ingesteld naar mogelijke oorlogsmisdaden in Sri Lanka en de Democratische Republiek Congo;
54. begrüßt es, dass Belgien am 3. Juli 2008 den von der Vorverfahrenskammer III des IStGH erlassenen Haftbefehl gegen Jean-Pierre Bemba vollstreckt hat; stellt jedoch mit großer Besorgnis fest, dass acht vom IStGH erlassene Haftbefehle, die sich unter anderem gegen vier hochrangige Führer der Lord’s Resistance Army (LRA) in Uganda, Bosco Ntaganda in der DRC, Ahmad Harun, Ali Kushayb und den sudanesischen Präsidenten Omar Hassan Ahmad Al-Bashir richten, noch nicht vollstreckt wurden; bedauert, dass Sudan sich unter Missachtung seiner Verpflichtungen aus der Resolution 1593 (2005) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen anhaltend weigert und es unterlässt, die mutmaßlichen Täter an den IStGH zu überstellen; stellt fest, dass die Vorverfahrenskammer I des IStGH den Sicherheitsrat der Vereinten Nationen am 26. Mai 2010 über die fehlende Bereitschaft der Republik Sudan zur Zusammenarbeit im Fall von Harun und Kushayb informierte; stellt mit großer Besorgnis fest, dass die beiden IStGH-Vertragsstaaten Tschad und Kenia vor kurzem den Präsidenten Omar Al-Bashir einluden und auf ihrem Hoheitsgebiet empfingen, obwohl sie ihn gemäß dem Römischen Statut hätten verhaften müssen, und dass sie den betreffenden Haftbefehl nicht vollstreckten; fordert die Fortsetzung der Suche nach flüchtigen Angeklagten in Kroatien und weist nachdrücklich auf den potenziellen Beitrag der EU und des IStGH zur Gewährleistung der Untersuchung möglicher Kriegsverbrechen in Sri Lanka und der Demokratischen Republik Kongo hin;

Ik wil graag tegen de leiders van de politieke fracties en tegen parlementsleden zeggen dat wij in Frankrijk, samen met Bernard Kouchner en Jean-Pierre Jouyet, een beslissing hebben genomen die zeker niet gemakkelijk was.
Ich möchte den Fraktionsvorsitzenden und den Abgeordneten sagen, dass wir im Namen Frankreichs, im Namen Frankreichs zusammen mit Bernard Kouchner und Jean-Pierre Jouyet eine Entscheidung getroffen haben, die uns gar nicht leicht gefallen ist.

- de heren Henri Brouet, Xavier Capart, Christian Dacier, Jean-Pierre Degueldre en Thierry Maison worden benoemd tot Commandeur in de Orde van Leopold II;
- Herr Henri Brouet, Herr Xavier Capart, Herr Christian Dacier, Herr Jean-Pierre Degueldre und Herr Thierry Maison zum Kommandeur des Leopoldordens befördert;

Bij koninklijk besluit van 20 januari 2005 wordt het Burgerlijk Kruis 1 klasse verleend aan de Mevrn. Nelly Faverly, Jeannine Joachim, Marie-Thérèse Lambert, Françoise Leclef en Françoise Parée alsook aan de heren Michel Broodcoorens, Guy Chanet, Erick Clignet, Albert Collignon, Francis Collin, Roger Croughs, Thierry Decoux, Jean-Pierre Degueldre, André Delplanque, Gaëtan Deprez, Michel Divoy, Jean-Marie Gérardy, Guy Haesen, Henri Mairesse, Jean-Louis Maury, Maurice Parant, Christian Paulus, Marc Prévot, Freddy Roenen, Joseph Vigneron, André Walgraffe en Hugues Wuilleret.
Durch Königlichen Erlass vom 20hhhhqJanuar 2005 wird Frau Nelly Faverly, Frau Jeannine Joachim, Frau Marie-Thérèse Lambert, Frau Françoise Leclef, Frau Françoise Parée, Herrn Michel Broodcoorens, Herrn Guy Chanet, Herrn Erick Clignet, Herrn Albert Collignon, Herrn Francis Collin, Herrn Roger Croughs, Herrn Thierry Decoux, Herrn Jean-Pierre Degueldre, Herrn André Delplanque, Herrn Gaëtan Deprez, Herrn Michel Divoy, Herrn Jean-Marie Gérardy, Herrn Guy Haesen, Herrn Henri Mairesse, Herrn Jean-Louis Maury, Herrn Maurice Parant, Herrn Christian Paulus, Herrn Marc Prévot, Herrn Freddy Roenen, Herrn Joseph Vigneron, Herrn André Walgraffe und Herrn Hugues Wuilleret das Verdienstkreuz 1. Klasse gewährt.

Bij koninklijk besluit van 14 september 1997 wordt de Burgerlijke Medaille 1e klasse voor 25 dienstjaren verleend aan de hierna genoemde personeelsleden van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer : Mevrn. Myriam Beeckman, Josiane Bellens, Jeanine Bouquiaux, Viviane Cotils, Bernadette Deblire, Marie-José Delhez, Odette Desaive, Monique Fastrez, Lucienne Glineur, Cécile Jauniaux, Jeannine Joachim, Françoise Labye, MarieThérese Lambert, Paulette Lecomte, Claudine Marsil, Maryse Namur en Anne-Marie Thiry en de heren Jacques Adams, Roland Antoine, André Barbaix, Léon Bertrand, René Biston, JeanPi erre Blondeau, Richard Blondiau, Daniel Bogaert, Edmond Bossiroy, Alain Bourguignon, Michel Cassart, Paul Colle, Robert Constant, Serge Deghislage, Jean-Pierre Degueldre, Michel Demoustier, Gérard Desoil, Gérard Girten, Michel Gits, Fernand Gourmet, Daniel Grange, Daniel Harvengt, Christian Hanglustaine, Hermann Hennes, Philippe Henrard, Jean Henrivaux, Roger Hurbain, Jean-Marie Jacob, André Lecocq, Jean Lermusiaux, Jean-Pierre Leurquin, Paul Lippus, Jean-Paul Longfils, Raymond Mahaut, Pierre Mariaule, Michel Mathieu, Erick Nemery, Jean Nevend, Jean-Pol Octave, Christian Paulus, André Petit, Marc Prevot, Jean Roland, Armand Ruelle, Thierry Sneessens, Yvan Stenhuse, Georges Thibaut, Claude Urbain, Jacques Vilain, André Walgraffe, René Wery-Ruelle en Hugues Wuilleret.
Durch Königlichen Erlass vom 14. September 1997 wird den nachstehenden Personalmitgliedern des Wallonischen Ministeriums für Ausrüstung und Transportwesen die bürgerliche Verdienstmedaille 1. Klasse für im Laufe einer fünfundzwanzigjährigen Laufbahn erbrachte Dienstleistungen gewährt: Frau Myriam Beeckman, Frau Josiane Bellens, Frau Jeanine Bouquiaux, Frau Viviane Cotils, Frau Bernadette Deblire, Frau Marie-Jose Delhez, Frau Odette Desaive, Frau Monique Fastrez, Frau Lucienne Glineur, Frau Cecile Jauniaux, Frau Jeannine Joachim, Frau Francoise Labye, Frau Marie-Therese Lambert, Frau Panlette Lecomte, Frau Claudine Marsil, Frau Maryse Namur, Frau Anne-Marie Thiry, Herrn Jacques Adams, Herrn Roland Antoine, Herrn Andre Barbaix, Herrn Leon Bertrand, Herrn Rene Biston, Herrn Jean-Pierre Blondeau, Herrn Richard Blondiau, Herrn Daniel Bogaert, Herrn Edmond Bossiroy, Herrn Alain Bourguignon, Herrn Michel Cassart, Herrn Paul Colle, Herrn Robert Constant, Herrn Serge Deghislage, Herrn Jean-Pierre Degueldre, Herrn