Ofschoon artikel 34, § 2, van de wet van 25 juni 1992 het principe van een vijfjarige verjaring vermeldt, wordt, wanneer echter de in artikel 86 bedoelde benadeelde persoon (hetzij door een burgerlijke fout, hetzij door een strafrechtelijke overtreding) het bestaan van zijn eigen recht jegens de verzekeraar niet kende, de verjaringstermijn op maximum tien jaar gebracht.
Während Artikel 34 § 2 des Gesetzes vom 25. Juni 1992 den Grundsatz einer fünfjährigen Verjährung vorsieht, wird jedoch, wenn der Geschädigte (sei es durch ein zivilrechtliches Verschulden oder durch eine strafrechtliche Ubertretung) im Sinne von Artikel 86 nichts von seinem eigenen Anspruch gegenüber dem Versicherer wusste, die Verjährungsfrist auf höchstens zehn Jahre festgesetzt.
