(26) Gelet op het in artikel 5 van het Verdrag vastgelegde subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel en op het feit dat de doelstellingen van de voorgestelde actie betreffende de ontwikkeling en de versterking van een samenwerkingsbeleid ten behoeve van de jeugd, met inbegrip van het Europese vrijwilligerswerk en de uitwisseling van jongeren in de Gemeenschap en met derde landen, wegens de complexiteit en de ver
scheidenheid van de jeugdzaken niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, kunnen deze doelstellingen, gezien de transnationale dimensie van de communautaire acties en maatregelen, beter door de Gemeenschap word
...[+++]en verwezenlijkt.(26) Entsprechend dem in Artikel 5 des Vertrags niedergelegten Subsidiaritäts- und Verhältnismäßigkeitsprinzip können die Ziele der geplanten Aktion - Entwicklung und Verstärkung einer Politik der Zusammenarbeit im Jugendbereich, einschließlich des Europäischen Freiwilligendienstes und des Jugendaustausches innerhalb der Gemeinschaft und mit Drittländern - wegen der Komplexität und Vielfalt des Jugendbereichs nicht ausreichend von den Mitgliedstaaten erreicht werden; daher können diese Ziele aufgrund der transnationalen Dimension der Gemeinschaftsaktionen und -maßnahmen besser auf Gemeinschaftsebene verwirklicht werden.