aan te moedigen dat, voor jongeren en voor personen die actief zijn in het jeugdwerk en in jeugdorganisaties, niet-formeel en informeel leren worden erkend, bijvoorbeeld door een „jongerenpas” in het leven te roepen en de opname ervan in Europass te overwegen en, rekening houdend met de nationale situatie en met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten, het valideren van dergelijk leren in overweging te nemen;
die Anerkennung des nicht formalen und informellen Lernens bei Jugendlichen und in der Jugendarbeit und in Jugendorganisationen Tätigen zu fördern, indem beispielsweise ein „Jugendpass“ entwickelt und dessen Aufnahme in den Europass geprüft wird und die Validierung dieser Formen des Lernens zu erwägen, wobei die nationalen Gegebenheiten berücksichtigt und die Zuständigkeiten der Mitgliedstaaten eingehalten werden,