15. verwelkomt het werk dat door de onderzoekcommissie voor de mensenrechten van de Turkse Grote Nationale Vergadering is verricht bij het onderzoek naar foltering en mishandeling in gevangenissen en naar de moord op journalist Hrant Dink; verzoekt de Turkse autoriteiten met klem volledig de consequenties te trekken uit de bevindingen in de verslagen van deze commissie en in het verslag van het comité van toezicht van de eerste minister; is tevens van mening dat ernstig rekening gehouden moet worden met een mogelijke betrokkenheid van Ergenekon bij andere tot op heden onopgeloste zaken, zoals de moord op Hrant Dink;
15. begrüßt die Arbeit des Untersuchungsausschusses zum Thema Menschenrechte der Großen Türkischen Nationalversammlung bei der Untersuchung von Folter und Misshandlungen in Gefängnissen so
wie dem Mord an dem Journalisten Hrant Dink; fordert die türkischen Staatsorgane auf, auf die Ergebnisse des Berichts des Ausschusses sowie auf die Ergebnisse des Berichts des Untersuchungsgremiums des Ministerpräsidenten zu reagieren; ist außerdem der Ansicht, dass sorgfältiger geprüft werden sollte, ob Ergenekon nicht auch an anderen, bislang nicht aufgeklärten Fällen wie der Ermordung von
Hrant ...[+++] Dink beteiligt war;