34. is van mening dat het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) noch de duurzaamheid van de mariene hulpbronnen, noch de economische levensvatbaarheid van de vissersvloten en de Europese kustgemeenschappen tot nog toe op de juiste wijze heeft gediend, en dat er dus een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie ontwikkeld moet worden waarmee voorkomen kan worden dat er in het GVB tekortkomingen ontstaan als te sterke centralisatie en de onmogelijkheid om rekening te houden met de regionale diversiteit van de wateren binnen de Europese Unie;
34. ist der Auffassung, dass mit der Gemeinsamen Fischereipolitik (GFP) bislang weder die Nachhaltigkeit der Meeresressourcen noch die wirtschaftliche Lebensfähigkeit der Fischereiflotten und der Küstengemeinschaften der Union gefördert wurde, und dass die integrierte Meerespolitik der Union daher so konzipiert werden sollte, dass Defizite in der GFP, wie zum Beispiel eine zu starke Zentralisierung, sowie die Unfähigkeit, der regionalen Vielfalt der Gewässer der Union Rechnung zu tragen, vermieden werden können;