Traduction de «juli 1971 bepaalde » (Néerlandais → Allemand) :

Artikel 28 van de wet van 27 juli 1971 bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 4 van het decreet van 16 juni 2016 :
Artikel 28 des Gesetzes vom 27. Juli 1971 bestimmte vor seiner Abänderung durch Artikel 4 des Dekrets vom 16. Juni 2016:

Artikel 29bis van de wet van 27 juli 1971 bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 6 van het decreet van 16 juni 2016 :
Artikel 29bis des Gesetzes vom 27. Juli 1971 bestimmte vor seiner Abänderung durch Artikel 6 des Dekrets vom 16. Juni 2016:

Artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 5 van het decreet van 16 juni 2016 :
Artikel 29 des Gesetzes vom 27. Juli 1971 bestimmte vor seiner Abänderung durch Artikel 5 des Dekrets vom 16. Juni 2016:

Richtlijn 71/320/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PB L 202 van 6.9.1971, blz. 37).
Richtlinie 71/320/EWG des Rates vom 26. Juli 1971 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bremsanlagen bestimmter Klassen von Kraftfahrzeugen und deren Anhängern (ABl. L 202 vom 6.9.1971, S. 37).

2. « Schenden, los van of parallel met de hierboven gestelde eerste vraag, die betrekking heeft op de toepassing van de artikelen 30 en 32 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen in geval van fusies van universiteiten, artikel 29, § 2, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen en artikel 107, tweede lid, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, in samenhang gelezen, de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre het gesloten mechanisme van financiering waarin is voorzien bij artikel 29, § 2, van de voormelde wet van 27 juli 1971 tot gevolg heeft dat elke verhoging van de financiering van een universiteit een vermindering van de financiering van de andere universiteiten met zich meebrengt, en in zoverre die vermindering - ten gunste van de ene of de andere - wordt verergerd in geval van fusies van bepaalde universiteiten binnen het geheel van de universiteiten in de Franse Gemeenschap ?
2. « Unabhängig von oder parallel zu der obigen ersten Frage, die die Anwendung der Artikel 30 und 32 des Gesetzes vom 27. Juli 1971 über die Finanzierung und die Kontrolle der universitären Einrichtungen im Falle der Fusion von Universitäten betrifft: Verstoßen Artikel 29 § 2 des Gesetzes vom 27. Juli 1971 über die Finanzierung und die Kontrolle der universitären Einrichtungen und Artikel 107 Absatz 2 des Dekrets vom 31. März 2004 zur Definierung des Hochschulwesens, zur Förderung seiner Integration in den europäischen Raum des Hochschulwesens und zur Refinanzierung der Universitäten, in Verbindung miteinander, gegen die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung, indem der in Artikel 29 § 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 27. Juli 1971 festgelegte geschlossene Finanzierungsmechanismus zur Folge hat, dass jede Erhöhung der Finanzierung einer Universität zu einer Verringerung der Finanzierung der anderen Universitäten führt, und indem diese Verringerung noch verschlimmert wird - zugunsten der einen oder der anderen - im Falle der Fusion gewisser Universitäten unter der Gesamtheit der Universitäten der Französischen Gemeinschaft?

Artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag bepaalt : « Onverminderd de bepalingen van artikel 10, wordt gezinsbijslag toegekend, onder de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden, ten behoeve van het kind dat uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste is van een natuurlijke persoon die in België verblijft.
Artikel 1 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 zur Einführung garantierter Familienleistungen bestimmt: « Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 10 werden Familienleistungen unter den durch oder aufgrund des vorliegenden Gesetzes festgelegten Bedingungen zugunsten von Kindern gewährt, die ausschließlich oder hauptsächlich einer in Belgien wohnhaften natürlichen Person zu Lasten sind.

Sinds de wet van 22 februari 1971 « houdende wijziging van de wetten van 16 juni 1960 en 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid » ontvangt de verzekerde van vreemde nationaliteit van wie alle met toepassing van de wet gestorte bijdragen de bij artikel 17 bepaalde bestemming hebben gekregen, een aanvullende rente ten bedrage van 17 procent van de ouderdomsrente op voorwaarde dat hij nog geen prestaties heeft gekregen die door de wet ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds en van het Invaliditeitsfonds aan de verzekerden worden toegezegd, en van zijn aanspraken daarop afziet (artikel 20bis, eerste lid).
Seit dem Gesetz vom 22. Februar 1971 « zur Abänderung der Gesetze vom 16. Juni 1960 und 17. Juli 1963 über die überseeische soziale Sicherheit » erhalten die Versicherten mit ausländischer Staatsangehörigkeit, bei denen alle in Anwendung des Gesetzes eingezahlten Beiträge auf die in Artikel 17 vorgesehene Weise verwendet wurden, eine Zusatzrente in Höhe von 17 Prozent der Altersrente, sofern sie noch keine Leistungen erhalten haben, die durch das Gesetz zu Lasten des Solidaritäts- und Ausgleichsfonds und des Invaliditätsfonds für die Versicherten vorgesehen sind, und auf die entsprechenden Ansprüche verzichtet haben (Artikel 20bis Absatz 1).

Artikel 6 van de wet van 2 april 1965, zoals vervangen bij de wet van 9 juli 1971, bepaalde :
Artikel 6 des Gesetzes vom 2. April 1965, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1971, bestimmte:

Artikel 2 van de wet van 2 april 1965, zoals vervangen bij de wet van 9 juli 1971, bepaalde :
Artikel 2 des Gesetzes vom 2. April 1965, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1971, bestimmte:

Richtlijn 71/320/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PB L 202 van 6.9.1971, blz. 37), zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/78/EG van de Commissie van 1 oktober 2002 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PB L 267 van 4.10.2002, blz. 23);
Richtlinie 71/320/EWG des Rates vom 26. Juli 1971 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bremsanlagen bestimmter Klassen von Kraftfahrzeugen und deren Anhängern (ABl. L 202 vom 6.9.1971, S. 37), zuletzt geändert durch die Richtlinie 2002/78/EG der Kommission vom 1. Oktober 2002 zur Anpassung der Richtlinie 71/320/EWG des Rates zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Bremsanlagen bestimmter Klassen von Kraftfahrzeugen und deren Anhängern an den technischen Fortschritt (ABl. L 267 vom 4.10.2002, S. 23).