Traduction de «juli 1994 ingeleide » (Néerlandais → Allemand) :

« Schendt artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 704, eerste lid, van hetzelfde wetboek en met artikel 164, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 10, tweede lid, en 11 van de gecoördineerde Grondwet, nu voormeld artikel 792, tweede lid, in die zin moet worden begrepen dat de erin bedoelde kennisgeving bij gerechtsbrief van het vonnis door de griffier slechts dient te geschieden in de zaken opgesomd in voormeld artikel 704, eerste lid, dat in een rechtsingang met verzoekschrift voorziet, en niet in de zaken die kunnen ingeleid worden volgens de procedure bepaald bij voormeld artikel 704, eerste lid, krachtens een afzonderlijke wetsbepaling, zoals voormeld artikel 164, derde lid, van de ZIV-Wet van 14 juli 1994, zodat op de rechtzoekenden ten aanzien van wie de wetgever geoordeeld heeft dat beroep kan worden gedaan op de vereenvoudigde wijze van rechtsingang van voormeld artikel 704, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in het ene geval artikel 792, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is, en in het andere geval niet ?
« Verstösst Artikel 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 704 Absatz 1 desselben Gesetzbuches und mit Artikel 164 Absatz 3 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung gegen die Artikel 10 Absatz 2 und 11 der koordinierten Verfassung, insofern der vorerwähnte Artikel 792 Absatz 2 dahingehend auszulegen ist, dass die darin erwähnte Notifizierung des Urteils durch den Greffier per Gerichtsbrief nur in jenen Sachen vorzunehmen ist, die im vorerwähnten Artikel 704 Absatz 1 aufgeführt sind, der die Einleitung des Verfahrens durch Antrag vorsieht, und nicht in jenen Sachen, die gemäss dem im vorerwähnten Artikel 704 Absatz 1 festgelegten Verfahren eingeleitet werden können aufgrund einer gesonderten Gesetzesbestimmung, wie der vorerwähnte Artikel 164 Absatz 3 des KIV-Gesetzes vom 14. Juli 1994, so dass auf die Rechtsuchenden, bei denen der Gesetzgeber davon ausgegangen ist, dass auf die vereinfachte Art der Einleitung des Verfahrens gemäss Artikel 704 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches zurückgegriffen werden kann, im einen Fall Artikel 792 Absätze 2 und 3 des Gerichtsgesetzbuches Anwendung findet, im anderen Fall aber nicht?

« Schendt artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 704, eerste lid, van hetzelfde wetboek en met artikel 164, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 10, tweede lid, en 11 van de gecoördineerde Grondwet, nu voormeld artikel 792, tweede lid, in die zin moet worden begrepen dat de erin bedoelde kennisgeving bij gerechtsbrief van het vonnis door de griffier slechts dient te geschieden in de zaken opgesomd in voormeld artikel 704, eerste lid, dat in een rechtsingang met verzoekschrift voorziet, en niet in de zaken die kunnen ingeleid worden volgens de procedure bepaald bij voormeld artikel 704, eerste lid, krachtens een afzonderlijke wetsbepaling, zoals voormeld artikel 164, derde lid, van de ZIV-Wet van 14 juli 1994, zodat op de rechtzoekenden ten aanzien van wie de wetgever geoordeeld heeft dat beroep kan worden gedaan op de vereenvoudigde wijze van rechtsingang van voormeld artikel 704, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in het ene geval artikel 792, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is, en in het andere geval niet ?
« Verstösst Artikel 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 704 Absatz 1 desselben Gesetzbuches und mit Artikel 164 Absatz 3 des am 14hhhhqJuli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung gegen die Artikel 10 Absatz 2 und 11 der koordinierten Verfassung, insofern der vorerwähnte Artikel 792 Absatz 2 dahingehend auszulegen ist, dass die darin erwähnte Notifizierung des Urteils durch den Greffier per Gerichtsbrief nur in jenen Sachen vorzunehmen ist, die im vorerwähnten Artikel 704 Absatz 1 aufgeführt sind, der die Einleitung des Verfahrens durch Antrag vorsieht, und nicht in jenen Sachen, die gemäss dem im vorerwähnten Artikel 704 Absatz 1 festgelegten Verfahren eingeleitet werden können aufgrund einer gesonderten Gesetzesbestimmung, wie der vorerwähnte Artikel 164 Absatz 3 des KIV-Gesetzes vom 14hhhhqJuli 1994, so dass auf die Rechtsuchenden, bei denen der Gesetzgeber davon ausgegangen ist, dass auf die vereinfachte Art der Einleitung des Verfahrens gemäss Artikel 704 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches zurückgegriffen werden kann, im einen Fall Artikel 792 Absätze 2 und 3 des Gerichtsgesetzbuches Anwendung findet, im anderen Fall aber nicht?

- Staatssteun C 33/94 (ex N 654/93) - Steun aan Cartiere del Garda - Papierindustrie - Italië (autonome provincie Trento) - Sluiting van procedure De Commissie heeft vandaag besloten de in juli 1994 ingeleide procedure (zie IP/94/666) tegen het steunplan van de autonome provincie Trento voor Cartiere del Garda, een producent van drukpapier gevestigd aan de Riva del Garda, te beëindigen.
- Staatliche Beihilfe Nr. C 33/94 (vormals N 654/93) - Beihilfe an Cartiere del Garda - Papierindustrie - Italien (Autonome Provinz Trento) - Einstellung des Verfahrens Die Kommission hat heute die Einstellung des im Juli 1994 eröffneten Verfahrens (siehe IP 94/666) wegen einer geplanten Beihilfe der autonomen Provinz Trento an den Druckpapierhersteller Cartiere del Garda (Riva del Garda, Italien) beschlossen.

Verder heeft de Commissie regionale investeringssteun voor EKO Stahl GmbH ten bedrage van 385 miljoen DM goedgekeurd op grond van artikel 5 van de staalsteuncode[1] . De in juli 1994 ter zake ingeleide procedure overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de staalsteuncode (zie IP/94/723) is beëindigd.
Weiterhin hat die Kommission regionale Investitionsbeihilfen für EKO Stahl GmbH in Höhe von 385 Mio DM in Anwendung des Artikels 5 Stahlbeihilfenkodex1 genehmigt. Das insofern im Juli 1994 eröffnete Verfahren nach Artikel 6 (4) Stahlbeihilfenkodex (siehe IP (94) 723) wurde geschlossen.

Op 6 juli 1994 werd een procedure ingeleid. Uit die procedure bleek dat de Hamburger Stahlwerke GmbH sinds haar oprichting in 1984 werd beheerd als een quasi-overheidsonderneming.
Am 6. Juli 1994 wurde ein Hauptprüfverfahren eingeleitet. Im Zuge dieses Verfahrens stellte sich heraus, daß die Hamburger Stahlwerke GmbH bereits seit ihrer Gründung im Jahre 1984 als quasi staatliches Unternehmen geführt wurden.

- Staatssteun nr. C 29/94 ex NN 52/94 - EKO Stahl GmbH, Eisenhüttenstadt/Brandenburg - Bondsrepubliek Duitsland - Sluiting van de procedure De Commissie heeft vandaag besloten, de op 6 juli 1994[1] ingeleide procedure op grond van artikel 6, lid 4 van de Staatssteuncode[2] wegens de met de instandhouding van het bedrijf door de Treuhandanstalt verbonden staatssteun te sluiten.
- Staatliche Beihilfe Nr. C 29/94 ex NN 52/94 - EKO Stahl GmbH, Eisenhüttenstadt/Brandenburg - Bundesrepublik Deutschland - Schließung des Verfahrens Die Kommission hat heute beschlossen, das am 6. Juli 1994[1] eröffnete Verfahren nach Artikel 6 Abs. 4 des Stahlbeihilfenkodex[2] wegen der mit der Aufrechterhaltung des Betriebes durch die Treuhandanstalt verbundenen staatlichen Beihilfen zu schließen.