3. Uiterlijk op 6 juli 2024 dient de Commissie, rekening houdend met haar uit hoofde van lid 1 ingediende verslag en met de uit hoofde van lid 2 toegezonden statistieken van de lidstaten, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een beoordeling van het effect van het nationale recht tot omzetting van deze richtlijn op de preventie van fraude waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
(3) Die Kommission legt dem Europäischen Parlament und dem Rat bis zum 6. Juli 2024 einen Bericht vor, in dem sie unter Berücksichtigung des gemäß Absatz 1 vorgelegten Berichts und der gemäß Absatz 2 vorgelegten statistischen Angaben der Mitgliedstaaten die Auswirkungen bewertet, die die nationalen Rechtsvorschriften zur Umsetzung dieser Richtlinie auf die Prävention von gegen die finanziellen Interessen der Union gerichtetem Betrug haben.