23. merkt op dat de wetshandhavings- en gegevensbeschermingsautoriteiten, vertegenwoordigers van EUROPOL en EUROJUST, academici, vertegenwoordigers van beoefenaren van juridische beroepen en het maatschappelijk middenveld meer betrokken zouden moeten zijn bij de inspanningen van de Commissie gericht op bestrijding van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; verzoekt daarom deze vertegenwoordigers uit te nodigen voor de werkgroepen van de belanghebbenden;
23. stellt fest, dass die Strafverfolgungs- und Datenschutzbehörden, Europol- und Eurojust-Vertreter, Wissenschaftler, Vertreter der juristischen Berufe und Vertreter der Zivilgesellschaft stärker in die Arbeit der Kommission zur Bekämpfung von Verstößen gegen Rechte des geistigen Eigentums einbezogen werden sollten; fordert daher, dass diese Vertreter zu den Sitzungen der Arbeitsgruppen der Interessenträger eingeladen werden;