Traduction de «kader biedt waaraan alle ondertekenende partijen zich » (Néerlandais → Allemand) :

14. verzoekt de regering van Pakistan het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het VN-Verdrag van 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing volledig en zonder voorbehoud te ratificeren; is van oordeel dat de vrijheid van geloofsuiting zoals die verankerd is in het VN-Verdrag het juiste kader biedt waaraan alle ondertekenende partijen zich dienen te houden, daar het bescherming biedt voor het recht van hun burgers om hun geloof vrijelijk te belijden;
14. fordert die Regierung Pakistans auf, den Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte von 1966 und das Übereinkommen der Vereinten Nationen gegen Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe von 1984 vollständig und ohne Vorbehalte zu ratifizieren; ist der Ansicht, dass die Glaubensfreiheit, wie sie im Übereinkommen der Vereinten Nationen verankert ist, die geeigneten Rahmenbedingungen und Leitlinien bereithält, die alle Unterzeichner einhalten sollten und die ihre Bürger schützt, um ihnen die freie Ausübung ihres Glaubens zu ermöglichen;

Vandaag kunnen we echter een ambitieuzer voorstel presenteren. Dit geheel nieuwe kader biedt de Europese politieke partijen en stichtingen alle ruimte om zich ontwikkelen en in te spelen op actuele en toekomstige uitdagingen.
Heute sind alle Voraussetzungen für die Vorlage einer zukunftsweisenden Regelung gegeben, die europäischen politischen Parteien und Stiftungen einen völlig neuen Rahmen vorgibt, in dem sie sich weiterentwickeln und wachsen können und der ihnen die Bewältigung der aktuellen und künftigen Herausforderungen erleichtert.

Met de eerste Overeenkomst van Lomé, in 1975 ondertekend door 46 staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de negen toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschap, is de basis gelegd voor een model van ontwikkelingssamenwerking van interregionale aard (tussen twee groepen landen van verschillend integratieniveau) en multidimensionele betekenis (zich uitstrekkend tot zowel ontwikkelingssamenwerking als handelsbetrekkingen), dat berust op contractuele betrekkingen (voorspelbaarheid garanderend, via een voor een periode van vijf jaar vastgelegd financieel kader, ten aanzien van de verstrekking van middelen met het oog op de programmering door de ACS-landen en de langetermijnplanning van hun ontwikkelingsprojecten). De belangrijkste vernieuwing van deze samenwerking lag echter in het concept van partnerschap, dat gebaseerd was op het idee van gelijkwaardigheid van de ondertekenende partijen, eerbiediging van hun soevereiniteit alsmede van hun wederzijdse belangen, een concept dat belichaamd werd in de gezamenlijke ACS-EU-instellingen. In feite was het doel van de Europese landen via Lomé een kader in het leven te roepen voor hun betrekkingen met hun voormalige, inmiddels onafhankelijk geworden koloniën.
Das 1975 von 46 Ländern in Afrika, im karibischen Raum und im Pazifischen Ozean und den 9 Mitgliedstaaten der Europäischen Gemeinschaft unterzeichnete erste Abkommen von Lomé begründete ein Modell der interregionalen Entwicklungszusammenarbeit (zwischen zwei Ländergruppen mit ungleichem Integrationsstand), das mehrere Dimensionen hatte (es umfasste Entwicklungshilfe und Handelsbeziehungen zugleich) und vertraglich festgelegt war (es wurde für einen Zeitraum von fünf Jahren geschlossen, die finanzielle Ausstattung stellte die Planbarkeit der Mittel sicher, die für die Programmierung der AKP-Staaten und die langfristige Planung ihrer Entwicklungsprojekte unabdingbar war). Doch die größte Neuerung dieser Zusammenarbeit lag in dem Partnerschaftsgedanken, der die Gleichheit der Signatarstaaten und die Achtung ihrer Souveränität sowie ihrer jeweiligen Interessen beinhaltete und von den gemeinsamen Institutionen AKP-EU verkörpert wurde. Die Staaten Europas verfolgten mit Lomé das Ziel, einen Rahmen für ihre Beziehungen zu ihren ehemaligen Kolonien zu schaffen, die unabhängig geworden waren.

9. is ingenomen met de toezegging van de Commissie om verder te gaan met de ontwikkeling van de digitale agenda van de EU en te werken aan modernisering van de regels inzake het auteursrecht; is het ermee eens dat herziening van Richtlijn 2001/29/EG noodzakelijk is om te waarborgen dat auteurs, uitvoerend kunstenaars en andere rechthebbenden passend beloond worden en dat hun rechten beter beschermd worden en dat er - in dit digitale tijdperk met zijn veranderende en zich voortdurend ontwikkelende technologische omgeving, die leidt tot veranderingen in het gedrag van consumenten en die niet alleen kansen biedt, maar ook uitdagingen met zich meebrengt - in de Europese culturele economie een eerlijk evenwicht wordt gevonden tussen de belangen van alle betrokken partijen (kmo's, consumenten, gebruikers, kunstenaars en rechthebbenden); is van oordeel dat deze herziening moet zorgen voor de noodzakelijke juridische duidelijkheid, rechtszekerheid en stabiliteit, en tevens de flexibiliteit moet bieden die nodig is om investeringen en groei in de creatieve en culturele sector te stimuleren, en daarnaast de rechtsonzekerheid en juridische inconsistenties die een negatieve invloed hebben op de werking van de interne markt moet wegnemen; is er voorstander van dat met het oog op de consistentie Richtlijn 200/31/EG inzake elektronische handel zo spoedig mogelijk wordt herzien en verlangt in dit kader een sterke inzet; vindt dat bij deze herziening de modernisering van het auteursrecht een van de hoofddoelstellingen moet zijn en dat daarbij gestreefd moet worden naar vergemakkelijking van grensoverschrijdende toegang tot diensten en inhoud, waarbij een hoog niveau van bescherming van intellectuele-eigendomsrechten behouden blijft, een en ander ten dienste van ontwikkeling en culturele verscheidenheid;
9. begrüßt die Zusage der Kommission, die digitale Agenda der EU auch mit Blick auf das Ziel einer Modernisierung der Urheberrechtsbestimmungen weiterzuentwickeln; weist darauf hin, dass die Richtlinie 2001/29/EG überarbeitet werden muss, damit Autoren, ausübende Künstler und andere Inhaber von Urheberrechten angemessen vergütet und diese Rechte hinreichend geschützt werden sowie in der europäischen Kulturbranche für einen fairen Ausgleich zwischen allen Beteiligten (KMU, Verbraucher, Nutzer, Urheber und Rechtsinhaber) in einem digitalen Zeitalter gesorgt wird, das ein sich wandelndes und sich ständig weiterentwickelndes technologisches Umfeld mit sich bringt, Änderungen der Verhaltensmuster der Nutzer bewirkt und Chancen und Herausforderungen bietet; vertritt die Auffassung, dass bei einer solchen Überarbeitung für die erforderliche Rechtsklarheit, Rechtsstabilität und Rechtssicherheit sowie für die Flexibilität gesorgt werden sollte, die erforderlich ist, um Investitionen und Wachstum in der Kreativ- und Kulturbranche zu fördern, und gleichzeitig Rechtsunsicherheit und rechtliche Unstimmigkeiten, die die Abläufe im digitalen Binnenmarkt beeinträchtigen, abgebaut werden sollten; fordert außerdem ein deutliches Engagement für die Grundsatzfrage des – im Interesse der Kohärenz schnellstmöglich vorzunehmenden – Wiederaufschnürens der Richtlinie 2001/31/EG über den elektronischen Geschäftsverkehr; vertritt die Auffassung, dass die Modernisierung des Urheberrechts eines der wichtigsten Ziele dieser Überarbeitung sein sollte, damit über Grenzen hinweg auf Dienste und Inhalte zugegriffen werden kann, während gleichzeitig ein hohes Schutzniveau für die Immaterialgüterrechte gesichert wird und der Entwicklung und der kulturellen Vielfalt gedient ist;

De bepalingen van de overeenkomst doen geen afbreuk aan de rechten die de partijen ontlenen aan de WTO-overeenkomsten, maar vormen een kader dat de verdragsluitende partijen de mogelijkheid biedt om naar wederzijds aanvaardbare oplossingen te zoeken, in plaats van toe te staan dat schadelijke handelsgeschillen zich ontwikkelen.
Das Abkommen berührt nicht die Rechte der Vertragsparteien aufgrund der WTO-Abkommen, sondern schafft einen Rahmen, der es den Vertragsparteien ergmöglicht, beiderseitig annehmbare Lösungen anzustreben, damit es künftig nicht mehr zu schädlichen Handelskonflikten kommt.

De Raad oordeelde het echter te vroeg zich te verbinden tot uitvoering van de artikelen 130 K en 130 L van het Verdrag. Eerstgenoemd artikel biedt de mogelijkheid om aanvullende OTO-programma's waaraan slechts enkele Lid-Staten deelnemen op te starten, terwijl op grond van het tweede de Gemeenschap kan deelnemen aan door een groep EU-landen opgezette programma's - in het kader van de internationale samenwerking zal moeten worden gestreefd naar systematischer coördinatie tussen de Lid-Staten.
Der Rat ist allerdings der Ansicht, daß es für die Anwendung der Artikel 130 k und 130 l des Vertrags zu früh ist. Artikel 130 k bietet die Möglichkeit, Zusatzprogramme im Bereich der FTE zu beschließen, an denen nur bestimmte Mitgliedstaaten teilnehmen; Artikel 130 l ermöglicht der Gemeinschaft die Beteiligung an spezifischen Programmen mehrerer EU-Mitgliedstaaten. - Im Bereich der internationalen Zusammenarbeit sollten sich die Mitgliedstaaten um systematische Absprachen bemühen.