In de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over het feit dat de administratieve procedure die ertoe kan leiden een sanctie op te leggen op basis van het in het geding zijnde artikel 33, 7°, b), minder waarborgen zou bieden dan die welke de personen genieten die in het kader van de strafrechtelijke procedure worden vervolgd.
Mit der vierten präjudiziellen Frage wird der Hof gebeten, über den Umstand zu urteilen, dass das Verwaltungsverfahren, das zur Auferlegung einer Sanktion auf der Grundlage des fraglichen Artikels 33 Nr. 7 Buchstabe b) führen könne, weniger Garantien biete als diejenigen, in deren Genuss Personen gelangten, die im Rahmen eines strafrechtlichen Verfahrens verfolgt würden.