Daartoe heeft ze de gebruikelijke evaluatiecriteria gehanteerd om de tenuitvoerlegging van kaderbesluiten te onderzoeken (nuttig effect, duidelijkheid en rechtszekerheid, volledige toepassing, tijdige omzetting)[5], alsmede specifieke criteria, met name de effectiviteit (daadwerkelijke toepassing) en doeltreffendheid (uit het oogpunt van de internationale justitiële samenwerking) van het kaderbesluit.
Hierfür zog sie die Evaluierungskriterien heran, die üblicherweise verwendet werden, um die Umsetzung von Rahmenbeschlüssen zu prüfen (effektive Erfüllung des angestrebten Zwecks, Klarheit und Rechtssicherheit, Vollständigkeit, fristgemäße Umsetzung)[5], sowie spezielle Kriterien, darunter die Effektivität (im Hinblick auf die praktische Anwendung) und die Wirksamkeit (in Bezug auf die internationale justizielle Zusammenarbeit).
