4. In die zaken die naar een kamer bestaande uit vijf of uit drie rechters zijn verwezen, worden de bevoegdheden van de president van het Hof uitgeoefend door de kamerpresident.
In den Rechtssachen, die an eine Kammer mit fünf oder mit drei Richtern verwiesen worden sind, übt der Kammerpräsident die Befugnisse des Präsidenten des Gerichtshofs aus.