17. merkt op dat de publieke opinie over het lidmaatschap van de EU in de kandidaatlanden aanzienlijk is gewijzigd, en benadrukt dat niet vanzelfsprekend kan worden aangenomen dat de bevolking instemt met de toetreding; verzoekt de Europese instellingen, de regeringen van de kandidaatlanden en de lidstaten hun inspanningen te intensiveren en te vergroten om de burgers op een gedecentraliseerde, gecoördineerde manier en zonder propaganda te informeren over het toetredingsproces;
17. nimmt die erheblichen Veränderungen der öffentlichen Meinung in den Beitrittsländern gegenüber der EU-Mitgliedschaft zur Kenntnis und betont, dass die Zustimmung der Öffentlichkeit zur Mitgliedschaft in der EU nicht als gegeben angesehen werden darf; fordert die europäischen Institutionen und die Regierungen der Beitrittsländer und Mitgliedstaaten auf, ihre Anstrengungen zu verstärken, um ihre Bürger dezentral und koordiniert über den Beitrittsprozess zu informieren, ohne in Propaganda zu verfallen;