Bij deze kanttekeningen en vragen die de principiële instemming niet in het geding brengen, zijn vier punten aan de orde, hoofdzakelijk de vraag: zijn de uitzonderingsbepalingen van artikel 8 te ruim geformuleerd, c.q. moeten zij niet scherper worden omschreven?
Bei diesen Bedenken und Fragen, die die grundsätzliche Bejahung nicht in Frage stellen, geht es um vier Bereiche, grundsätzlich um die Frage: Sind die Ausnahmebestimmungen in Artikel 8 zu weit gefaßt bzw. sollten sie nicht enger gefaßt werden?