15. stelt met spijt vast dat de hoorzitting voor de rechtbank naar aanleiding van de Belgische strafzaak tegen een voormalig lid van het EESC met betrekking tot reiskosten (waarnaar wordt verwezen in paragraaf 4 van de resolutie van het Parlement over het verlenen van kwijting van 27 april 2006 ), vijf keer is uitgesteld, waarvan drie keer op verzoek van de verdediging; stelt met tevredenheid vast dat de administratieve diensten van het EESC schriftelijke bewijsstukken hebben voorgelegd waaruit blijkt dat het EESC dit uitstel niet heeft aangemoedigd;
15. nimmt mit Bedauern zur Kenntnis, dass im Anschluss an das im Zusammenhang mit Reisekostenabrechnungen gegen ein ehemaliges Mitglied des EWSA in Belgien eingeleitete Strafverfahren (siehe Ziffer 4 der Entlastungsentschließung des Parlaments vom 27. April 2006 ) der Termin für die mündliche Gerichtsverhandlung fünf Mal vertagt wurde, davon drei Mal auf Antrag der Verteidigung;