Uit wat voorafgaat volgt dat, voor zover zij in die zin worden geïnterpreteerd dat de voorzieningstermijnen lopen vanaf de datum van verzending van de gerechtsbrief wanneer de wet in die wijze van kennisgeving voorziet, de artikelen 32, 2, 46, § 2, en 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich, dass die Artikel 32 Nr. 2, 46 § 2 und 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches, insofern sie so ausgelegt werden, dass sie die Rechtsmittelfristen am Versanddatum des Gerichtsschreibens beginnen lassen, wenn diese Weise der Notifikation im Gesetz vorgesehen ist, nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sind.