21. wijst erop dat maatregelen met het oog op verjonging in de landbouw nodig zijn, aangezien slechts 6% van de Europese boeren jonger dan 35 jaar is en er in de komende 10 jaar 4,5 miljoen boeren met pensioen zullen gaan; beseft dat jonge boeren bij de start van een bedrijf met belemmeringen geconfronteerd worden zoals hoge investeringskosten en moeite om grond en krediet te verkrijgen; benadrukt dat de maatregelen voor jonger boeren in de tweede pijler onvoldoende zijn gebleken om de snelle vergrijzing in de landbouw tot staan te brengen en vraagt om voorstellen om deze ontwikkeling, die een bedreiging voor de duurza
amheid vormt, om te keren, waartoe ook verand ...[+++]eringen zouden moeten behoren van de regels met betrekking tot de nationale reserve, zodat deze meer op jonge boeren zouden zijn afgestemd; 21. stellt fest, dass Maßnahmen zur Förderung des Generationenwechsels in der Landwirtschaft erforderlich sind, da nur 6 % der europäischen Landwirte jünger al
s 35 Jahre sind und zudem in den kommenden zehn Jahren 4,5 Millionen Lan
dwirte in Ruhestand treten werden; räumt ein, dass für Junglandwirte Hindernisse bei der Unternehmensgründung bestehen, wie etwa hohe Investitionskosten und fehlender Zugang zu landwirtschaftlichen Flächen und zu Krediten; hebt hervor, dass die im Rahmen der zweiten Säule vorgesehenen Maßnahmen für junge L
...[+++]andwirte offensichtlich nicht ausreichen, um die rasch voranschreitende Alterung der im Agrarsektor Tätigen zu stoppen, und fordert Vorschläge zur Umkehrung dieser nicht nachhaltigen Entwicklung wie etwa Änderungen der Regeln zur nationalen Reserve und deren stärkere Ausrichtung auf Junglandwirte;