Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanvullend pensioen
Adviseur pensioen
Bevroren pensioen
Bijkomend pensioen
Brugpensioen
Expert in pensioenwetgeving
Flexibele pensionering
Geeindigd pensioen
Geleidelijke uittreding
In het genot van een pensioen worden gesteld
Kerkelijk pensioen
Kerkelijk sociaal werker
Kerkelijke dienst
Kerkelijke instelling
Medewerker pensioen
Pastoraal werker
Pensioenadviseur
Persoon met vervroegd pensioen
Recht hebben op pensioen
Slapend pensioen
Tenietgegaan pensioen
Uitgesteld ouderdomspensioen
Uitgesteld pensioen
Uittreden uit het beroepsleven
Vervroegd pensioen

Traduction de «kerkelijk pensioen » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


bevroren pensioen | slapend pensioen | uitgesteld ouderdomspensioen | uitgesteld pensioen

aufgeschobene Rente | zurückgestellte Ruhegehaltszahlung


vervroegd pensioen [ brugpensioen | flexibele pensionering | geleidelijke uittreding | persoon met vervroegd pensioen | uittreden uit het beroepsleven ]

vorgezogener Ruhestand [ flexible Altersgrenze | freiwilliges Ausscheiden aus dem Erwerbsleben | Frührente | progressive Pensionierung | schrittweiser Eintritt in den Ruhestand | vorgezogenes Altersgeld | Vorruhestand | vorzeitige Pensionierung | vorzeitige Versetzung in den Ruhestand ]


adviseur pensioen | expert in pensioenwetgeving | medewerker pensioen | pensioenadviseur

Pensionssachbearbeiterin | Rentensachbearbeiter | Pensionssachbearbeiter | Rentensachbearbeiter/Rentensachbearbeiterin


in het genot van een pensioen worden gesteld | recht hebben op pensioen

Anspruch auf ein Ruhegehalt erwerben | in den Ruhestand versetzt werden


geeindigd pensioen | tenietgegaan pensioen

erloschene Pension


aanvullend pensioen [ bijkomend pensioen ]

Zusatzrente [ Ergänzungsrente ]






kerkelijk sociaal werker | pastoraal werker

Pastoralhelfer | Pastoralhelferin | Pastoralassistent | Pastoralassistent/Pastoralassistentin
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Bij zijn arrest nr. 25/2011 van 10 februari 2011 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 8, § 1, tweede lid van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen vastbenoemde ambtenaren en ambtenaren die tijdelijk zijn aangesteld in een hoger ambt, wat de referentiewedde voor de berekening van hun pensioen betreft, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond.

In seinem Entscheid Nr. 25/2011 vom 10. Februar 2011 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 8 § 1 Absatz 2 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, insofern dadurch ein Behandlungsunterschied zwischen den endgültig ernannten Beamten und den zeitweilig in einem höheren Amt angestellten Beamten hinsichtlich des Referenzgehalts zur Berechnung ihrer Pension eingeführt wird.


2. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen die niet vastbenoemd zijn en die de aan hun ambten inherente weddebijslagen niet kunnen doen gelden, en de andere ambtenaren die, krachtens datzelfde artikel, sommige toelagen kunnen doen gelden bij de berekening van hun pensioen, terwijl zij eveneens voorlopig zijn aangesteld ?

2. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension zwischen denjenigen, die nicht endgültig ernannt sind und die ihre ihrem Amt inhärenten Gehaltszuschläge nicht geltend machen können, und den anderen Bediensteten, die kraft desselben Artikels bestimmte Zulagen bei der Berechnung ihrer Pension geltend machen können, während sie ebenfalls vorläufig bestellt sind, unterscheidet?


»; 2. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen die niet vastbenoemd zijn en die de aan hun ambten inherente weddebijslagen niet kunnen doen gelden, en de andere ambtenaren die, krachtens datzelfde artikel, sommige toelagen kunnen doen gelden bij de berekening van hun pensioen, terwijl zij eveneens voorlopig zijn aangesteld ?

»; 2. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension einen Unterschied einführt zwischen denjenigen, die nicht endgültig ernannt sind und die ihre mit ihrem Amt verbundenen Gehaltszuschläge nicht geltend machen können, und den anderen Bediensteten, die kraft desselben Artikels bestimmte Zulagen bei der Berechnung ihrer Pension geltend machen können, während sie ebenfalls zeitweilig angestellt sind?


Bijgevolg werden zij krachtens artikel 1 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen op pensioen gesteld op de leeftijd van 65 jaar, behoudens hun mogelijkheid om op grond van artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen op de leeftijd van 60 jaar op vervroegd pensioen te gaan.

Demzufolge wurden sie aufgrund von Artikel 1 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen im Alter von 65 Jahren pensioniert, mit Ausnahme ihrer Möglichkeit, aufgrund von Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen im Alter von 60 Jahren die Vorruhestandspension zu nehmen.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Schenden art. 156 en 160 van de Nieuwe Gemeentewet in combinatie met de artikelen 1 en 6 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat in geval van vaste benoeming, de civiele diensten als tijdelijk beambte bewezen, aan de gemeenten, aan de instellingen die er van afhangen, aan de verenigingen van gemeenten, alsmede de diensten bewezen door de brigadecommissarissen en de gewestelijke ontvangers, in aanmerking genomen worden om de rechten op het pensioen van de belanghebbenden en van hun rechthebbenden vast te stellen, terwi ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 156 und 160 des Neuen Gemeindegesetzes in Verbindung mit den Artikeln 1 und 6 des Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem bei einer definitiven Ernennung die als zeitweilige Bedienstete bei den Gemeinden, bei den von ihnen abhängenden Einrichtungen und bei den Gemeindevereinigungen geleisteten Zivildienste sowie die Dienste, die von den Brigadekommissaren und den Bezirkseinnehmern geleistet wurden, zur Festlegung des Anspruchs auf Pension der Betreffenden und deren Anspruchsberechtigten berücksichtigt werden, während Leistungen im Rahmen de ...[+++]


Het pensioen van de statutaire ambtenaren wordt geregeld in de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen.

Die Pension der statutarischen Beamten wird im allgemeinen Gesetz vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen geregelt.


Bijgevolg werden zij krachtens artikel 1 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen op pensioen gesteld op de leeftijd van 65 jaar, behoudens hun mogelijkheid om op grond van artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen op de leeftijd van 60 jaar op vervroegd pensioen te gaan.

Demzufolge wurden sie aufgrund von Artikel 1 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen im Alter von 65 Jahren pensioniert, mit Ausnahme ihrer Möglichkeit, aufgrund von Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen im Alter von 60 Jahren die Vorruhestandspension zu nehmen.


« Schenden art. 156 en 160 van de Nieuwe Gemeentewet in combinatie met de artikelen 1 en 6 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat in geval van vaste benoeming, de civiele diensten als tijdelijk beambte bewezen, aan de gemeenten, aan de instellingen die er van afhangen, aan de verenigingen van gemeenten, alsmede de diensten bewezen door de brigadecommissarissen en de gewestelijke ontvangers, in aanmerking genomen worden om de rechten op het pensioen van de belanghebbenden en van hun rechthebbenden vast te stellen, terwi ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 156 und 160 des Neuen Gemeindegesetzes in Verbindung mit den Artikeln 1 und 6 des Gesetzes vom 21hhhhqJuli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem bei einer definitiven Ernennung die als zeitweilige Bedienstete bei den Gemeinden, bei den von ihnen abhängenden Einrichtungen und bei den Gemeindevereinigungen geleisteten Zivildienste sowie die Dienste, die von den Brigadekommissaren und den Bezirkseinnehmern geleistet wurden, zur Festlegung des Anspruchs auf Pension der Betreffenden und deren Anspruchsberechtigten berücksichtigt werden, während Leistungen im Rahmen ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'kerkelijk pensioen' ->

Date index: 2024-05-09
w