7. onderstreept dat voor meer coördinatie tussen de drie programma's moet worden gezorgd, teneinde een betere planning van activiteiten en de uitwisseling van ervaringen te waarborgen; ook de Europese Unie als zodanig kan baat hebben bij de ervaringen die worden opgedaan wanneer reactoren aan het eind van hun levenscyclus buiten dienst worden gesteld; verzoekt alle betrokken partijen er derhalve op toe te zien dat de beste ontmantelingspraktijken worden toegepast en geregistreerd, en dat door lidstaten met kerncentrales optimaal gebruik wordt gemaakt van de opgedane ervaringen en verzamelde gegevens;
7. hebt hervor, dass eine stärkere Koordinierung zwischen den drei Programmen erforderlich ist, um eine bessere Planung der Tätigkeiten und einen Austausch der gewonnenen Erfahrungen sicherzustellen; weist darauf hin, dass auch die Europäische Union als Ganzes bei der Außerbetriebnahme von Reaktoren am Ende ihrer Nutzungsdauer von dieser Erfahrung profitieren könnte; fordert daher alle beteiligten Parteien auf sicherzustellen, dass bewährte Stilllegungspraktiken angewandt und erhoben werden und dass die gewonnenen Erfahrungen und Daten von den Mitgliedstaaten, die über Kernkraftwerke verfügen, optimal genutzt werden;
