28. is er nog steeds vast van overtuigd dat er geen plaats is voor kernenergie in een toekomst met duurzame energie, en onderstreept de noodzaak om de hoogste veiligheidsnormen te waarborgen gedurende de periode dat het gebruik van kernenergie geleidelijk wordt afgeschaft; veroordeelt in dit verband dat nog steeds een grote hoeveelheid overheidsgeld aan kernenergie wordt uitgegeven; dringt er voorts bij de lidstaten en internationale actoren op aan te stoppen met het voortdurend vertraagde en alsmaar kostbaardere ITER-project, aangezien dit hoognodige investeringen in levensvatbare hernieuwbare energiebronnen in de weg staat;
28. ist nach wie vor fest davon
überzeugt, dass die Kernenergie keinen Platz in einer nachhaltigen Energiezukunft hat; betont jedoch, dass auch in der Phase des Ausstiegs aus der Kernenergie die höchsten Sicherheitsnormen gewährleistet sein müssen; verurteilt in diesem Zusammenhang, dass immer noch hohe Beiträge staatlicher Gelder für Kernenergie
ausgegeben werden; fordert die Mitgliedstaaten und die internationalen Akteure darüber hinaus auf, das kontinuierlich verzögerte und immer kostspieligere ITER-Projekt
...[+++]zu beenden, da es dringend benötigte Investitionen in tragfähige erneuerbare Energieformen blockiert;