3. De bevoegde autoriteit beoordeelt het kapitaalinstandhoudingsplan en keurt het plan uitsluitend goed indien zij de kans vrij groot acht dat de tenuitvoerlegging van het plan voor voldoende instandhouding of verhoging van het kapitaal zou zorgen opdat de instelling binnen een termijn die de bevoegde autoriteit passend oordeelt, aan haar gecombineerde buffervereisten kan voldoen.
3. Die zuständige Behörde bewertet den Kapitalerhaltungsplan und genehmigt ihn nur, wenn sie der Auffassung ist, dass durch die Umsetzung des Plans sehr wahrscheinlich genügend Kapital erhalten oder aufgenommen wird, damit das Institut die kombinierte Kapitalpuffer-Anforderung innerhalb des von der zuständigen Behörde als angemessen erachteten Zeitraums erfüllen kann.