3. veroordeelt het gebruik van bruut geweld door de politie en de KGB tegen demonstranten op de dag van de verkiezingen en uit vooral zijn verontwaardiging over het gewelddadig optreden tegen de heer Niakliayeu, welk optreden een flagrante schending is van de democratische grondbeginselen, zoals vrijheid van vergadering en van meningsuiting, en van de mensenrechten;
3. verurteilt die brutale Gewalt, mit der Polizei und KGB am Tag der Wahlen gegen Demonstranten vorgingen, ist insbesondere empört über den brutalen Angriff auf Uladzimir Njakljajeu und betrachtet die beiden Fälle als schweren Verstoß gegen grundlegende demokratische Prinzipien, wie Versammlungs- und Meinungsfreiheit, sowie als Verletzung der Menschenrechte;