24. juicht de door de Europese Raad van oktober 1999 in Tampere genomen besluiten inzake nauwere samenwerking tussen de Europese wethandhavingsautoriteiten toe; wijst op de noodzaak deze samenwerking op het gebied van mensenhandel en het daarmee dikwijls gepaard gaande kindermisbruik zo spoedig mogelijk tot de kandidaat-landen uit te breiden;
24. begrüßt die Beschlüsse des Europäischen Rats von Tampere vom Oktober 1999 über eine engere Zusammenarbeit der europäischen Strafverfolgungsbehörden, weist aber auch auf die Notwendigkeit hin, im Bereich des Menschenhandels und dem oft damit verbundenen Kindesmißbrauch diese Zusammenarbeit möglichst bald auf die Beitrittskandidaten auszudehnen;