Vertaling van "klaagt de verzoekende " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

verzoekende overeenkomstsluitende partij | verzoekende verdragsluitende partij
antragstellende Vertragspartei | ersuchende Vertragspartei

verzoekende partij
antragstellende Partei

verzoekende autoriteit
ersuchende Behörde

verzoekende overheid
ersuchende Behörde

verzoekende Staat
ersuchender Staat

verzoekende Overeenkomstsluitende Partij
ersuchende Vertragspartei

verzoekend gerecht
ersuchendes Gericht

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Met het derde onderdeel van het eerste middel klaagt de verzoekende partij in de zaak nr. 6372 aan dat de bestreden wet afbreuk doet aan de door de Brussel Ibis-Verordening gewaarborgde rechten.
Im dritten Teil des ersten Klagegrunds bemängelt die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6372, dass das angefochtene Gesetz die durch die Brüssel-Ia-Verordnung gewährleisteten Rechte verletze.

De verzoekende partij klaagt aan dat de wetgever heeft nagelaten om de bestreden wet gepaard te doen gaan met overgangsbepalingen, zodat zij niet alleen van toepassing is op de uitvoering van schuldvorderingen die na de inwerkingtreding ervan zijn ontstaan, maar ook op de uitvoering van schuldvorderingen die vóór de inwerkingtreding ervan zijn ontstaan, en zelfs op de beslagprocedures die op het ogenblik van de inwerkingtreding ervan aan de gang waren.
Die klagende Partei bemängelt, dass der Gesetzgeber es unterlassen habe, das angefochtene Gesetz mit Übergangsbestimmungen zu verbinden, sodass es nicht nur für die Vollstreckung von Forderungen gelte, die nach seinem Inkrafttreten entstanden seien, sondern ebenfalls für die Vollstreckung von Forderungen, die vor seinem Inkrafttreten entstanden seien, und selbst für Pfändungsverfahren, die zum Zeitpunkt seines Inkrafttretens in der Schwebe gewesen seien.

In haar eerste middel klaagt de verzoekende partij aan dat de bestreden bepaling een onverantwoord verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de vennootschappen die geld lenen bij de in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 bedoelde instellingen of door een openbaar beroep op het spaarwezen en, anderzijds, de vennootschappen die zich met andere middelen financieren, onder meer via een « intragroepslening ».
In ihrem ersten Klagegrund bemängelt die klagende Partei, dass durch die angefochtene Bestimmung ein ungerechtfertigter Behandlungsunterschied zwischen einerseits Gesellschaften, die Mittel bei Instituten im Sinne von Artikel 56 § 2 Nr. 2 des EStGB 1992 oder durch öffentliche Aufforderung zur Zeichnung aufnähmen, und andererseits Gesellschaften, die sich auf andere Wiese finanzierten, insbesondere über eine Anleihe « innerhalb der Gruppe », eingeführt werde.

Met haar tweede en derde middel, die samen moeten worden onderzocht, klaagt de verzoekende partij aan dat de bestreden bepaling tussen de lenende vennootschappen een discriminatie invoert wat de berekeningsmethode van hun schuldratio betreft.
In ihrem zweiten und dritten Klagegrund, die zusammen zu prüfen sind, bemängelt die klagende Partei, dass die angefochtene Bestimmung eine Diskriminierung zwischen den kreditnehmenden Gesellschaften je nach der Methode zur Berechnung ihrer Schuldenquote einführe.

In het derde onderdeel van dat middel klaagt de verzoekende partij een schending aan van haar eigendomsrecht omdat zij door haar ambtshalve aansluiting bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO aanzienlijke financiële verliezen lijdt.
Im dritten Teil dieses Klagegrunds bemängelt die klagende Partei eine Verletzung ihres Eigentumsrechts, da ihr von Amts wegen erfolgter Beitritt zum solidarischen Pensionsfonds des LASSPLV für sie erhebliche finanzielle Verluste zur Folge habe.

In het eerste onderdeel van dat middel klaagt de verzoekende partij een discriminatie aan tussen, enerzijds, de lokale besturen die, tot 31 december 2011, tot de pools 1 en 2 behoorden en die ambtshalve werden aangesloten bij het nieuwe gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO en, anderzijds, de lokale besturen die, tot diezelfde datum, deel uitmaakten van pool 3 of 4 en die wel de mogelijkheid hebben gehad om zich tegen hun ambtshalve aansluiting bij het nieuwe pensioenfonds te verzetten.
Im ersten Teil dieses Klagegrunds bemängelt die klagende Partei eine Diskriminierung zwischen einerseits den lokalen Behörden, die bis zum 31. Dezember 2011 den Pools 1 und 2 angehörten und die von Amts wegen dem neuen solidarischen Pensionsfonds des LASSPLV angeschlossen worden sind, und andererseits den lokalen Behörden, die bis zum selben Datum den Pools 3 oder 4 angehörten und die ihrerseits die Möglichkeit gehabt haben, sich ihrem von Amts wegen durchzuführenden Beitritt zum neuen Pensionsfonds zu widersetzen.

In dat middel, gericht tegen de artikelen 5, 7°, 16, 41 en 44 van de wet van 26 april 2010, klaagt de verzoekende partij het verschil in behandeling aan tussen de maatschappijen van onderlinge bijstand die een verzekeringsactiviteit mogen uitoefenen (hierna : de verzekerings-mob's) en de verzekeringsondernemingen, wat betreft de wijze waarop de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (hierna : WLVO) van toepassing is.
In diesem Klagegrund, der gegen die Artikel 5 Nr. 7, 16, 41 und 44 des Gesetzes vom 26. April 2010 gerichtet ist, beanstandet die klagende Partei den Behandlungsunterschied zwischen den Gesellschaften auf Gegenseitigkeit, die eine Versicherungstätigkeit ausüben dürfen (weiter unten: Versicherungsgesellschaften auf Gegenseitigkeit), und den Versicherungsunternehmen, was die Anwendungsmodalitäten des Gesetzes vom 25. Juni 1992 über den Landversicherungsvertrag betrifft.