Die beheerseenheid herbergt voortdurende intensieve weiden met een klein biologisch belang maar die belangrijk zijn om de aansluitmogelijkheid in de Natura 2000-locaties te waarborgen, alsmede habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte wouwen (A073), vale vleermuizen (1324), grote hoefijzerneuzen (1304) en habitats voor de voortplanting en het voeden met een kleine dichtheid van een bevolking van grauwe klauwieren (A338).
Diese Bewirtschaftungseinheit beherbergt intensiv genutzte Dauerwiesen von geringem biologischem Interesse, die dennoch wichtig sind, um die Vernetzung in den Natura 2000-Gebieten zu gewährleisten, sowie Habitate zur Nahrungssuche für eine regelmässig vorkommende Population folgender Arten: Schwarzmilan (A073), grosses Mausohr (1324), grosse Hufeisennase (1304) und Habitate zur Fortpflanzung oder Nahrungssuche für Populationen von geringer Dichte des Neuntöters (A338).