De Commissie gaat tegen 2012 de redelijkheid van de doelstelling na in het licht van de internationale verbintenissen van de Gemeenschap, de recentste wetenschappelijke kennis over de klimaatverandering, meer in het bijzonder de gevoeligheid voor klimaatomstandigheden, en de omvang waarin vermindering van de uitstoot van broeikasgassen nodig is om gevaarlijke storingen van menselijke oorsprong in het klimaatsysteem te voorkomen, met inachtneming van de belangrijke bijdrage van plaatselijke en regionale gemeenschappen in de vermindering. Zo nodig dient ze voorstellen in om de doelstelling voor de afzonderlijke lidstaten te verfijnen.
Die Kommission sollte bis 2012 die Angemessenheit dieser Zielvorgabe prüfen, wobei sie die von der Gemeinschaft eingegangenen internationalen Verpflichtungen, die neuesten wissenschaftlichen Erkenntnisse über den Klimawandel, die die Empfindlichkeit des Klimas und die Möglichkeiten für die Reduktion von Treibhausgasemissionen betreffen, die notwendig ist, um eine gefährliche anthropogene Beeinträchtigung des Klimasystems zu verhindern, und die Erkenntnis zugrunde legen sollte, dass lokale und regionale Gemeinschaften einen wichtigen Beitrag zu dieser Reduktion leisten. Die Kommission sollte gegebenenfalls Vorschläge zur differenzierten Festlegung der Zielvorgaben für die einzelnen Mitgliedstaaten vorlegen.