Zij voeren aan dat de vergelijking met
de laboratoria voor klinische biologie niet pertinent is want krachtens artikel 60, §§ 4 en 7, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, enerzijds, en artikel 6
0, §§ 13 en 16, van dezelfde wet, anderzijds, zijn trimestriële voorschotten op ristorno's slechts verschuldigd wanneer de totale uitgaven voor klinische
biologie, gefactureerd door de gezamenlijke laboratoria, werkelijk een bepaald percentage - respectievelijk vastgesteld op 7 pct., 5 pct., 3 pc
...[+++]t. en 2 pct.