Gaat het om de slachtpremie en zijn de vereiste gegevens over de leeftijd van de dieren niet beschikbaar, dan mag de lidstaat voor de omrekening van stieren, ossen, koeien en vaarzen in GVE de coëfficiënt 0,7 gebruiken, en voor kalveren de coëfficiënt 0,25.
In Bezug auf die Schlachtprämie kann der Mitgliedstaat, sofern die erforderlichen Angaben zum Alter der Tiere nicht vorliegen, Bullen, Ochsen, Kühe und Färsen anhand des Koeffizienten 0,7 und Kälber anhand des Koeffizienten 0,25 in GVE umrechnen.