11. neemt kennis van de opheffing van de noodtoestand in de provincie Siirt op 30 november 1999 en in de provincie Van op 26 juni 2000; verzoekt de Turkse regering om de noodtoestand ook in de andere provincies in Zuidoost-Turkije op te heffen; wenst dat een specifieke oplossing voor het Koerdische volk tot stand wordt gebracht, vergezeld van de noodzakelijke politieke, economische en sociale hervormingen;
11. nimmt Kenntnis von den Beschlüssen zur Aufhebung des Ausnahmezustands vom 30. November 1999 in der Provinz Siirt und vom 26. Juni 2000 in der Provinz Van; fordert die türkische Regierung auf, auch den Ausnahmezustand in den anderen Provinzen im Südosten des Landes aufzuheben, sowie eine spezifische Lösung für das kurdische Volk einhergehend mit den dazu erforderlichen politischen, ökonomischen und sozialen Reformen durchzusetzen;