De bestreden wet schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet doordat, krachtens artikel 15 ervan, zij van toepassing is op de provincie- en gemeentebelastingen die contant worden geïnd vanaf 1 januari 1997 of die in kohieren zijn opgenomen welke vanaf dezelfde datum uitvoerbaar worden verklaard.
Das angefochtene Gesetz verstosse gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern es kraft seines Artikels 15 auf Provinzial- und Gemeindesteuern anwendbar sei, die ab dem 1. Januar 1997 in bar eingenommen würden oder in Heberollen eingetragen seien, die ab demselben Datum für vollstreckbar erklärt würden.