Voorts kunnen bestanddeeltjes van het septum een neerslag op de glaswol bij het begin van de kolom hebben gevormd of kan de kolom ongeschikt voor gebruik zijn geworden wegens veroudering, temperatuurinvloeden enz (zie figuur 3).
Auch können sich kleine Septumkomponenten auf der Glaswolle am Säuleneintritt abgelagert haben, oder die Säule ist durch Abnutzung, Temperatureinfluß usw. unbrauchbar geworden (vgl. Abbildung 3).