De domaniale wet van 26 juli 1952, die in artikel 7 ervan de Regering ertoe machtigde met de betrokken gemeenten de voormelde overeenkomsten te sluiten, kon volgens de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter niet meer zijn dan een handeling van zuiver toezicht die geen afbreuk kon doen aan de subjectieve rechten van de gebruikers.
Das Domanialgesetz vom 26. Juli 1952, dessen Artikel 7 die Regierung ermächtigt habe, mit den betroffenen Gemeinden die vorerwähnten Vertragen zu schliessen, habe nach Auffassung der klagenden Parteien vor dem vorlegenden Richter nur eine blosse Aufsichtshandlung darstellen können, die nicht die subjektiven Rechte der Benutzer habe beeinträchtigen können.