Vertaling van "koninkrijk naar jurisprudentie " (Nederlands → Duits) :

Om dit argument kracht bij te zetten verwijst het Verenigd Koninkrijk naar jurisprudentie van het Hof van Justitie volgens welke de verdragsregels moeten worden toegepast rekening houdende met de daadwerkelijke uitvoering en onverstoorde beschikbaarheid van de universele-dienstverlening in die gevallen waarin het vermogen van een onderneming om een belangrijke dienst te verlenen wordt bedreigd, en met name in gevallen waarin de onderneming die deze dienst verleent, in haar voortbestaan wordt bedreigd (18).
Zur Stützung seiner Argumentation weist das Vereinigte Königreich auf die Rechtsprechung des Gerichtshofes hin, wonach die Bestimmungen des AEUV angewandt werden sollten im Hinblick auf die effektive Erbringung und die störungsfreie Verfügbarkeit des Universaldienstes in Fällen, in denen die Fähigkeit eines Unternehmens, einen Kerndienst zu erbringen, gefährdet ist, insbesondere dann, wenn das Überleben des Unternehmens, das diesen Dienst anbietet, auf dem Spiel steht (18).

Overwegende dat een regering op grond van een jurisprudentie een systeem via rechtzettende maatregelen kan bijsturen met het oog op de herziening van de investeringen die een normale winst overstijgen, als de herziening berust op sociale overwegingen - met name de bescherming van de minst bedeelde verbruikers - en op economische overwegingen - terugkeer naar een marktevenwicht - (zie nota aan de Regering, jurisprudentie CIRDI van 23 september 2010 en Grondwettelijk Hof van het Koninkrijk België van 30 maart 2010 en 17 juli 2014).
In der Erwägung, dass eine Rechtsprechung es einer Regierung gestattet, ein System durch Korrekturmaßnahmen zu revidieren, um die Investitionen, deren Profite höher als normal sind, anzupassen, wenn diese Revision auf sozialen Erwägungen - dem Schutz der ärmsten Verbraucher - und auf wirtschaftlichen Erwägungen - der Rückkehr zu einem Marktgleichgewicht - basiert (siehe Bericht an die Regierung, ICSID-Rechtsprechung vom 23. September 2010 und Sitzungen des Verfassungsgerichtshofs des Königreichs Belgien vom 30. März 2010 und vom 17. Juli 2014).