13. herinnert eraan dat het voornamelijk jonge werknemers – met name vrouwen en migranten – zijn die onzekere dienstverbanden, slecht betaalde, tijdelijke en slecht beschermde banen en stages hebben; wijst er nogmaals op dat de economische kosten van steeds onzekerder wordende dienstverbanden en toenemende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de EU substantieel zijn, en dat deze situatie de sociale zekerheid en zorgstelsels ondermijnt en het Europees sociaal model in gevaar brengt;
13. weist darauf hin, dass junge Arbeitnehmer – darunter insbesondere Frauen und Migranten – häufig in prekären Beschäftigungsformen wie etwa schlecht bezahlten, befristeten und unzureichenden Schutz bietenden Arbeitsverhältnissen oder Praktika angestellt sind; weist darauf hin, dass die volkswirtschaftlichen Kosten der zunehmend prekären Beschäftigung und die zunehmende Ungleichheit der Geschlechter für die EU beträchtlich sind und die öffentlichen Sozial- und Gesundheitssysteme untergraben und das europäische Sozialmodell gefährden;