« Geeft artikel 50, § 7, van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onder
wijs, zoals het van kracht was op 14 september 2006, dat bepaalt dat een aanstelling in een bevorderingsambt kan worden beëindigd bij een beslissing van de inrichtende macht, geen
aanleiding tot een onverantwoord verschil in behandeling tussen de personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en die van het gesubsidieerd vrij onderwijs die, volgens artikel
...[+++]60, § 3, van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, zoals het van kracht was op 14 september 2006, het voorwerp moeten uitmaken van een ontslagprocedure die beantwoordt aan de regels van dat decreet opdat een einde kan worden gemaakt aan de tijdelijke uitoefening, van onbepaalde duur, van hun bevorderingsambt ?« Führt Artikel 50 § 7 des Dekrets vom 6. Juni 1994 zur Festlegung des Statuts der Mitglieder des subventionierten Personals des subventionierten offiziellen Unterrichtswesens, in der am 14. September 2006 geltenden Fassung, der bestimmt, dass die Anstellung in ein Beförderungsamt durch eine Entscheidung des Organisationsträgers b
eendet werden kann, nicht zu einem ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zwischen den Personalmitgliedern des subventionierten offiziellen Unterrichtswesens und denjenigen des subventionierten freien Unterrichtswesens, die gemäss Artikel 60 § 3 des Dekrets vom 1. Februar 1993 zur Festlegung des Statuts der M
...[+++]itglieder des subventionierten Personals des subventionierten freien Unterrichtswesens, in der am 14. September 2006 geltenden Fassung, Gegenstand eines Entlassungsverfahrens unter Einhaltung der Bestimmungen dieses Dekrets sein müssen, damit der zeitweiligen unbefristeten Ausübung ihres Beförderungsamtes ein Ende gesetzt werden kann?